Week 1

Parlementaire democratie
Periode 3
Maatschappijleer 4HV
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & IdentiteitMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Parlementaire democratie
Periode 3
Maatschappijleer 4HV

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode 3
Week 1: Inleiding - Wat is een parlementaire democratie?
Week 2: Politieke stromingen en politieke partijen 
Week 3: Excursie den Haag (Van wens naar wet)
Week 4: Politieke besluitvorming 
Week 5: Werken aan PO
Week 6: Werken aan PO

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting periode 3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie: 

Griekse demos (volk) en Kratein (regering)
'Het volk bestuurt zichzelf' 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG:
  • Wat is een democratie?
  • Welke soorten democratie bestaan er?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Autoritair regime

  • Alle macht in handen van één persoon (dictator), een familie, een kleine groep mensen, een partij of militairen. 
  • Sommige autoritaire regimes zijn gebaseerd op een ideologie (Noord-Korea en China = communisme, Duitsland/Italië/Spanje vroeger = fascisme).
  • Een andere vorm is een religieus regime (Iran = gebaseerd op sharia).
  • Ook zijn er militaire regimes, waarbij het leger alle macht heeft en de leider een militair is (Myanmar).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema parlementaire democratie

Slide 8 - Tekstslide

Parlementaire democratie
Kenmerken in Nederland:
  • De rechten van minderheden worden gerespecteerd.
  • Er is een machtenscheiding, zodat een kleine groep niet te veel macht heeft.
  • De bevolking kiest volksvertegenwoordigers.
  • De regering en het parlement maken samen de wetten, die pas gelden wanneer de meerderheid dit bepaald.
  • Er is individuele vrijheid, je mag je mening uiten en je leven inrichten. 
  • Burgers hebben politieke grondrechten (actief en passief kiesrecht vanaf je 18e, iedereen mag ene politieke partij oprichten, verkiezingen zijn vrij en geheim en iedereen mag demonstreren).
  • Er bestaat persvrijheid.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe democratie en indirecte democratie:
directe democratie: Iedereen mag over alles meepraten en meebeslissen


indirecte democratie: Democratie waarin gekozen vertegenwoordigers de beslissingen nemen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tussen autoritair regime en democratie 
  • Nederland sinds 1848 macht niet meer bij de koning maar bij gekozen volksvertegenwoordigers.
  • Tot 1917 alleen voor rijke mannen, daarna tot 1919 alleen voor mannen in het algemeen en vanaf 1919 ook voor vrouwen. 
  • Spanje: tot eind jaren 70 een dictatorschap.
  • Indonesie: burgers kunnen sinds 2004 hun president en parlement kiezen, maar er is geen persvrijheid en rechters/politie worden omgekocht.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies