Les 2 21.2 en 21.3 eerste afweerlinie

afweer, wat weet je er van?
1 / 41
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

afweer, wat weet je er van?

Slide 1 - Woordweb

Afweer, wat zou je willen weten?
vraag is anoniem

Slide 2 - Open vraag

Doel
Je kunt het afweersysteem in drie verdedigingslinies indelen 

Je kunt uitleggen hoe de aspecifieke afweer de groei van een populatie ziekteverwekkers kan inperken en de specifieke afweer kan activeren.

ontstekingsreactie, Natural Killer (NK) cellen.



Slide 3 - Tekstslide

Verdedigingslinies
  1. kasteelmuren: redelijk ondoordringbaar, werkt tegen vrijwel alles.
  2. poortwachters: proberen bedreigingen te herkennen, roepen hulp in ernstige situaties. Werkt tegen vrijwel alle bedreigingen 
  3. hulptroepen: Reageren op hulpvraag in grote aantallen. Zijn specifiek getraind om bepaalde bedreigingen uit te schakelen. 


Slide 4 - Tekstslide

Dit hoofdstuk
1e linie: 21.3
2e linie: 21.4
3e linie: 21.5




Slide 5 - Tekstslide

Beredeneer aan de hand van minimaal 3 levenskenmerken of het corona-virus een levend organisme is

Slide 6 - Open vraag

1e barriere
extern: op de grens van intern en extern milieu.

Aspecifieke afweer
-aangeboren
-gericht op alle lichaamsvreemde stoffen
-weerstand blijft gelijk bij herhaalde infectie.

Slide 7 - Tekstslide

De darmflora ('goede' bacteriën) verteert cellulose in ons voedsel en produceert daarbij voor ons opneembare voedingsstoffen en remmen de groei van andere (ziekteverwekkende) bacteriën.
Deze samenlevingsvorm noemen we specifiek:
A
symbiose
B
parasitisme
C
commensalisme
D
mutualisme

Slide 8 - Quizvraag

Verklaar dat patiënten na een antibioticabehandeling vatbaarder zijn voor darminfecties.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Traanklier
Produceert o.a. lysozym 
(=muramidase)


ook in speeksel, slijmvliezen in longen



Slide 11 - Tekstslide

enzymen
naam: substraat - ase

celwand van bacteriën is gemaakt van mureïne

wordt dus verteerd door muramidase


Slide 12 - Tekstslide

Is muramidase gericht op bacterien of virussen? Hoe bestrijd het deze ziekteverwekker (vorige les)?

Slide 13 - Open vraag

waar in het verteringsstelsel wordt peptase geproduceerd? Verklaar dat dit dodelijk is voor bacteriën

Slide 14 - Open vraag

verklaar op moleculair niveau dat de pH in de maag dodelijk is voor bacteriën en parasieten

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Denaturatie eiwitten
Denaturatie door te hoge temperatuur (of hoge zuurgraad): H-bruggen gaan kapot en vormen op andere plekken: ruimtelijke structuur verandert definitief






BINAS 67H2

Slide 17 - Tekstslide

Eiwitstructuur
zoutbrug

Bij lage pH neemt de COO-groep een H+ op

bij hoge pH geeft de NH3+ groep een H+ af

Slide 18 - Tekstslide

Door het veranderen van de pH verandert de
A
alleen secundaire structuur
B
alleen tertiaire structuur
C
geen van beiden
D
secundaire + tertiaire structuur

Slide 19 - Quizvraag

chemische barriere
fysieke barriere
bacteriele barriere
huidflora
huid
lysozym
maagzuur
peptase in maag
darmflora
tight junctions

Slide 20 - Sleepvraag

Maak een lijstje van fysieke en chemische barrières bij planten (gegroepeerd)

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
vragen bij 21.3

klaar?

lees vast 21.4

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag

eigen/vreemd?
De afweer herkent lichaamsvreemde stoffen (=antigeen)

bv: spike-eiwit op SARS-COVID

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Ontstekingsreactie
  1. Beschadigde cellen geven signaalstoffen af
  2. Macrofagen verzamelen zich en fagocyteren ziektewekkers
  3. Macrofagen geven signaalstoffen af en lokken meer fagocyterende cellen

Signaalstoffen zorgen ook dat bloedvaten wijder worden (de afweer kan de infectie makkelijker bereiken -> het weefsel wordt rood (=ontstoken)

Macrofagen fagocyteren binnengedrongen ziekteverwekkers en beschadigde cellen.





Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Bij een ontstekingsreactie maakt het niet ui hoe de cellen beschadigd raken of door welke ziekteverwekker dit gebeurt. Hoort de ontstekingsreactie dus bij de specifieke of aspecifieke afweer?

Slide 31 - Open vraag

Leg uit waardoor bij een ontstekingsreactie weefsel rood wordt en opzwelt,

Slide 32 - Open vraag

Virus zit in de cel - probleem

Slide 33 - Tekstslide

NK-Cel: speciale witte bloedcel

Slide 34 - Tekstslide

Werking NK-Cel

lichaamscel raakt geïnfecteerd

Viruseiwitten komen terecht in de celmembraan van de lichaamscel

NK cel herkent en doodt de cel door deze te doorboren en te injecteren met enzymen.

Slide 35 - Tekstslide

NK-cel
andere functies:

opruimen tumorcellen (voordat ze een probleem worden)

Afbraak weefsels tijdens ontwikkeling (tandwortels melkgebid, vliezen tussen vingers)

Slide 36 - Tekstslide

Jij en een vriendin worden per ongeluk aangeniest door een klasgenoot die erg verkouden is. Jij wordt niet verkouden, maar je vriendin wel. Hoe komt het dat jij niet verkouden wordt?

Slide 37 - Open vraag

De zandbak is een plaats waar kleine kinderen grote kans lopen op besmetting met kleine wormpjes (aarswormen). Een klein kind speelt in de zandbak en krijgt wormeneitjes onder de nageltjes. Even later steekt ze haar duim in haar mond. Gelukkig blijkt ze een paar dagen later toch geen wormenbesmetting te hebben. Hoe is dat mogelijk?

Slide 38 - Open vraag

Natural killer-cellen zijn geen macrofagen. Wat is het verschil? Noem ook een overeenkomst.

Slide 39 - Open vraag

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam bevat ...
A
antigenen
B
antistoffen

Slide 40 - Quizvraag

HUISWERK
maak de vragen bij 10.4 en 10.5 en kijk deze na (in een andere kleur verbeteren)


plaats in de volgende dia

Slide 41 - Tekstslide