Unit 3.2 woordvolgorde
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Community
A
compaan
B
plaats
C
gemeenschap
D
communicatie
Slide 3 - Quizvraag
eco-friendly
A
aardig
B
vriendelijk
C
ecologisch
D
milieuvriendelijk
Slide 4 - Quizvraag
harbour
A
opgeheven
B
haven
C
hemel
D
hamburger
Slide 5 - Quizvraag
neighbourhood
A
buurt
B
buiten
C
neven
D
nacht
Slide 6 - Quizvraag
upkeep
A
opschieten
B
opgeven
C
onderhoud
D
onderbevinden
Slide 7 - Quizvraag
hectic
A
opgeheven
B
haantjes
C
halters
D
hectisch
Slide 8 - Quizvraag
peaceful
A
potverdikkie
B
vredig
C
verjaardag
D
pannenkoekenbakker
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
I eat
in
my breakfast
the morning
Slide 12 - Sleepvraag
I play
a game
in my bedroom
on the xbox
right now
Slide 13 - Sleepvraag
I sleep yesterday in my bed.
A
correct
B
incorrect
Slide 14 - Quizvraag
I walked the dog at 8 a.m. this morning
A
correct
B
incorrect
Slide 15 - Quizvraag
the party was held at my house last weekend
A
correct
B
incorrect
Slide 16 - Quizvraag
In the kitchen I ate breakfast this morning
A
correct
B
incorrect
Slide 17 - Quizvraag
Maak zelf een zin met de woordvolgorde:
wie, doet, wat, waar, wanneer
wie, doet, wat, waar, wanneer
Slide 18 - Open vraag
Maak zelf een zin met de woordvolgorde:
wie, doet, wat, waar, wanneer
wie, doet, wat, waar, wanneer
Slide 19 - Open vraag
Maak zelf een zin met de woordvolgorde:
wie, doet, wat, waar, wanneer
wie, doet, wat, waar, wanneer
