Les 3 - Kloppend maken van halfreacties

Les 3 Kloppend 
maken van halfreacties
Scheikunde
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Kloppend 
maken van halfreacties
Scheikunde

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een halfreactie?
A
oxidatiereactie
B
reductiereactie
C
oxidatiereactie of reductiereactie van één van de reagerende deeltjes
D
een reactie die niet klaar is

Slide 2 - Quizvraag

Welke tabel uit de BINAS heb je nodig voor de redox?
A
tabel 47
B
tabel 48
C
tabel 49
D
tabel 50

Slide 3 - Quizvraag

Even opfrissen

X  → X+ + e



oxidatie
reductie
reductor
oxidator
neemt elektronen op
staat elektronen af
halfreactie waarin de reductor elektronen afstaat
halfreactie waarin de oxidator elektronen opneemt

Slide 4 - Tekstslide

Oxidatoren en reductoren

Slide 5 - Tekstslide

Oxidatoren en reductoren

Slide 6 - Tekstslide

BINAS tabel 48
  • Metalen zijn over het algemeen sterke
reductoren en niet-metalen zijn sterke 
oxidatoren.
  • Als je meerdere oxidatoren en reductoren
in een mengsel met elkaar laat reageren, 
zal de sterkste reductor met de sterkste 
oxidator reageren.
  • Oxidatoren en reductoren staan 
gerangschikt  vinden in Binas tabel 48.
  • Je kunt veel van de halfreacties vinden 
in je Binas tabel 48.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer verloopt een redoxreactie?
Een redoxreactie verloopt niet altijd. Een redoxreactie zal spontaan verlopen als de standaardelektrodepotentiaal (V0) van de sterkste oxidator hoger is dan de standaardelektrodepotentiaal van de sterkste reductor.


Algemeen is afgesproken dat
het verschil tussen V0(ox) en
V0(red) niet minder dan 0,3 Volt mag zijn.
 

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan redoxreactie opstellen
  1. Schrijf alle losse reductoren en oxidatoren op.
  2. Gebruik tabel 48 om de sterkste reductor en de sterkste oxidator te vinden.
  3. Schrijf de halfreacties van de sterkste oxidator en reductor op.
  4. Maak het aantal elektronen gelijk.
  5. Tel de twee halfreacties bij elkaar op.
  6. Streep alle gelijksoortige deeltjes links en recht van de pijl weg en zorg dat de totale lading voor en na de pijl hetzelfde is.

Slide 9 - Tekstslide

Reactievergelijking van een redoxreactie opstellen – voorbeeld 1

Slide 10 - Tekstslide

Reactievergelijking van een redoxreactie opstellen – voorbeeld 2

Slide 11 - Tekstslide

Reactievergelijking van een redoxreactie opstellen – voorbeeld 3

Slide 12 - Tekstslide

Oefening
Ga bij elk van de onderstaande situaties na of er een redoxreactie zal verlopen en geef geef indien dit het geval is de halfvergelijkingen en de totaalvergelijking. Tip: gebruik Binas tabel 45A, 48, 66A en 66B.

1. Frits voegt vast ijzer toe aan broomwater.
2. Frits voegt magnesium toe aan een aangezuurde oplossing van kaliumnitraat in water.
3. Frits voegt zwaveldioxide toe aan een oplossing van koper(II)chloride in water.
4. Frits voegt vast koper toe aan een oplossing van magnesiumnitraat in water.
5. Frits voegt vast lood toe aan een oplossing van magnesiumnitraat in water.
6. Frits voegt natriumdichromaatoplossing toe aan waterstofbromide-oplossing.
7. Frits voegt aluminium toe aan natriumpermanganaatoplossing.
8. Frits voegt aluminium toe aan natriumnitraatoplossing.
9. Frits voegt aluminium toe aan aangezuurde natriumpermanganaatoplossing.
10. Frits voegt stikstofmonoxide-oxide toe aan een aangezuurde natriumchloraat-oplossing.

Slide 13 - Tekstslide