les 2 woordsoorten werkwoordstijden lidwoorden bij meervoud en enkelvoud

les 2 woordsoorten
Werkwoordstijden. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 2 woordsoorten
Werkwoordstijden. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1 huiswek nakijken
2  kennisophalen
3 lesdoel bespreken
4 instructie en samen inoefenen
5 lesdoel check
6 zelfstandig werken
7 lesafsluiten en hhusiwerk noteren 

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig?

Je chromebook
je leerwerkboek
je etui

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Om de beurt kort de antwoorden noemen n.a.v. het huiswerk. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je van........ 
Werkwoordstijden 

Docent geeft random beurten.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet dat werkwoorden in 2 tijden voorkomen; Tegenwoordige tijd, verleden tijd.
Je kunt zinnen van tegenwoordige tijd naar de verleden tijd zetten 

Slide 6 - Tekstslide

instructie tegenwoordige tijd TT
Een zin in tegenwoordige tijd vertelt wat er nu gebeurt.
👉 Ik loop naar school.
👉De kat eet een brokje.
👉 Het regent heel hard.

Bedenk in tweetallen 1 zin in de tegenwoordige tijd. 


Slide 7 - Tekstslide

instructie verleden tijd VT
Een werkwoord in de verlede tijd vertelt wat iemand heeft gedaan of wat er al gebeurd is. 
👉 Ik liep naar school.
👉De kat at een brokje.
👉Het regende heel hard. 

Bedenk in tweetallen 1 zin in de verleden tijd. 

Slide 8 - Tekstslide

extra instructie voltooid deelwoord VTDW


Een voltooid deelwoord vertelt ook wat er is gebeurd.
Een zin met een voltooid deelwoord kan in de verleden en tegenwoordige tijd staan. (HOE DAN????)
Het voltooide deelwoord begint meestal met ge-be-ve

Slide 9 - Tekstslide

instructie voltooid deelwoord
👉 Ik ben naar school gelopen / Ik was naar school gelopen. 
👉De kat heeft brokjes gegeten / De kat had brokjes gegeten.
👉Het heeft hard geregend / Het had hard geregend.

Bedenk zelf een zin met een voltooid deelwoord in tegenwoordige tijd en in verleden tijd.

Slide 10 - Tekstslide

samen inoefenen

Slide 11 - Tekstslide

De boom groeit erg langzaam
A
TT
B
VT
C
VTDW

Slide 12 - Quizvraag

Het sneeuwde vorige winter elke dag.
A
TT
B
VT
C
VTDW

Slide 13 - Quizvraag

De leerling heeft huiswerk gemaakt.
A
TT
B
VT
C
VTDW

Slide 14 - Quizvraag

Ik was naar huis gefietst.
A
TT
B
VT
C
VTDW

Slide 15 - Quizvraag

✅ check
Zet in verleden tijd:
De fiets is groen.
Jullie lezen een boek.

Slide 16 - Open vraag

✅ check
In welke 2 tijden kunnen werkworoden voorkomen?

Slide 17 - Open vraag

✅ check
Je weet dat werkwoorden in 2 tijden voorkomen; Tegenwoordige tijd, verleden tijd.
Je kunt de twee  werkwoordstijden opnoemen.
Je kunt zinnen van tegenwoordige tijd naar de verleden tijd zetten. 

Slide 18 - Tekstslide

zelf oefenen 
maak blz 38 en 39
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

nakijken 5 minuten
De gene met dezelfde nummers gaan bijelkaar zitten.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
oefen bij op niveau online
maak de zelftoets online

Slide 21 - Tekstslide

Hoe was de les? 
Wat hebebnw e gedaan?
wat heb je geleerd?
 Wat vond je van de les. 

Slide 22 - Tekstslide