Thema 3 Genetica les 2

Basisstof 2 Genenparen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 2 Genenparen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling belangrijke begrippen
  • Gen (erffactor): een rij van enkele honderden tot duizenden baseparen in het DNA coderend voor een eiwit.
  • Allel: een of meerdere vormen van een gen.
  • Locus:  plaats van gen op chromosoom
  • Fenotype: alle uiterlijke kenmerken van een individu. Bepaald door genotype + milieu
  • Genotype: alle erfelijke eigenschappen van een individu

Slide 2 - Tekstslide

Genenparen
  • Dominant: slechts 1 van de 2 allelen hoeft aanwezig te zijn om in het fenotype tot uiting te komen ->  geschreven met een hoofdletter (A)
  • Recessief: beide allelen moeten aanwezig zijn om in het fenotype tot uiting te komen ->  geschreven met een kleine letter (a)

  • Homozygoot dominant         genotype: AA       fenotype: bruin haar
  • Homozygoot recessief          genotype: aa        fenotype: blond haar
  • Heterozygoot                             genotype: Aa       fenotype:  bruin haar

Slide 3 - Tekstslide

Onvolledig dominant
  • Oogkleur
  • Het recessieve allel komt een beetje tot uiting in het fenotype
  • Allel voor bruine ogen is onvolledig dominant

Slide 4 - Tekstslide

Codominant
  • Beide allelen komen volledig tot uiting
  • Allelen aangegeven als superscript van een gekozen letter

Slide 5 - Tekstslide

Intermediair
  • Geen van beide allelen is recessief, komen beide tot uiting
  • Allelen aangegeven als superscript van een gekozen letter

Slide 6 - Tekstslide

Recombinatie





Herverdelen erfelijke eigenschappen
Tijdens meiose 1 (chromosomenparen uit elkaar)
3 chromosomenparen = 23 = 8 combinaties in geslachtscellen

Slide 7 - Tekstslide

Allel voor losse oorlel is dominant over allel voor vaste oorlel
Het genotype van Anne is Bb
Heeft zij losse of vaste oorlellen?
A
los
B
vast

Slide 8 - Quizvraag

Geef het genotype van een persoon met vaste oorlellen weer

Slide 9 - Open vraag

recombinatie ontstaat door
A
mutatie
B
meiose
C
selectie
D
bevruchting

Slide 10 - Quizvraag

Codominant of Intermediair?

Slide 11 - Open vraag

Monohybride kruising
  • Overerving van één eigenschap
  • Letter P: Ouders
  • Letter F1: nakomelingen
  • Letter F2: tweede generatie

Slide 12 - Tekstslide

Monohybride kruising
Bij runderen is gen voor zwarte haarkleur (A) dominant over gen voor rode haarkleur (a).

Een zwartharige koe die homozygoot is voor de haarkleur, wordt gekruist met een roodharige stier.
Genotype van F1 is Aa



Slide 13 - Tekstslide

 Kruisingsschema
Aa
A
a
a
A
Aa
Aa
Aa

Slide 14 - Tekstslide

Monohybride kruising
Genotype van F1 is Aa
F1 wordt onderling gekruist
Wat zijn de genotypen van F2?



Slide 15 - Tekstslide

 Kruisingsschema
AA
a
A
a
A
Aa
Aa
aa

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Lees basisstof 2
Maak opdracht 11 t/m 16
Lees basisstof 3
 

Slide 17 - Tekstslide