4.4 Straling

4.4 Straling
Kennen: alfa, bèta, gamma, röntgen, beschermen tegen straling

Eerst nog even 4.3 checken:
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Straling
Kennen: alfa, bèta, gamma, röntgen, beschermen tegen straling

Eerst nog even 4.3 checken:

Slide 1 - Tekstslide

Chloor met massagetal 37. Hoeveel protonen bevat dit deeltje?
A
35
B
37
C
17
D
20

Slide 2 - Quizvraag

Chloor met massagetal 37. Hoeveel elektronen bevat dit deeltje?
A
35
B
37
C
17
D
20

Slide 3 - Quizvraag

Chloor met massagetal 37. Hoeveel neutronen bevat dit deeltje?
A
35
B
37
C
17
D
20

Slide 4 - Quizvraag

Chloor-35 en chloor-37 zijn isotopen. Wat hebben ze hetzelfde?
A
aantal protonen
B
aantal elektronen
C
aantal neutronen

Slide 5 - Quizvraag

Chloor-35 en chloor-37 zijn isotopen. Waarin verschillen ze?
A
aantal protonen
B
aantal elektronen
C
aantal neutronen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is straling?
Als atoomkernen vervallen, dan wordt er energie uitgezonden in de vorm van straling. Deze straling kan in twee categorieën worden verdeeld: deeltjesstraling en elektromagnetische straling.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Soorten straling
  • Deeltjesstraling
          Alfa (α): 2 protonen en 2 neutronen. Klein doordringend          vermogen.
          Bèta (β): elektronen. Redelijk doordringend vermogen.
  • Elektromagnetische straling 
          Gamma (ϒ): energiegolven .    Groot doordringend         vermogen.                                                                  GEVAARLIJK!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Röntgen straling
Ook een vorm van elektromagnetische straling, minder gevaarlijk dan gamma straling.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht 99 samen
U-235 zendt alfastraling uit. Leg uit welk isotoop er ontstaat. Geef ook de formule.
Alfastraling = 2 protonen en 2 neutronen. Dus eerst kijken hoeveel protonen en neutronen U-235 bevat!

Slide 13 - Tekstslide

U-235 zendt alfastraling uit. Leg uit welk isotoop er ontstaat. Geef ook de formule.
U-235
  • atoomnummer: 92 dus 92 protonen
  • neutronen: 235-92 = 143 neutronen
  • zendt 2 protonen en 2 neutronen uit dus
  • nieuw deeltje bevat 92-2 = 90 protonen en
  • 143-2 = 141 neutronen

Slide 14 - Tekstslide

U-235 zendt alfastraling uit. Leg uit welk isotoop er ontstaat. Geef ook de formule.
Nieuw deeltje bevat dus 90 protonen en 141 neutronen
Welk atoom bevat 90 protonen?
  • atoomnummer is dus 90, dus dit is Th (thorium)
  • welk massagetal heeft dit deeltje?
  • massagetal = protonen + neutronen
    = 90 + 141 = 231
  • dus het nieuwe deeltje is Thorium met massagetal 231:
  • Th-231 

Slide 15 - Tekstslide

Aantekening

Slide 16 - Tekstslide