2. Een niet-gebeurd verleden (geen realiteit)
Je kunt het plusquamperfectum combineren met de modal verbs
moeten, kunnen, mogen en
willen. had(den) + modal verb + infinitief
Ik had het raam dicht moeten doen.
Hij had naar mijn feestje willen komen.
Zij had de kamer mogen schoonmaken.
Richard had je kunnen helpen.