In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom bij biologie!
Welkom bij biologie!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar ging de vorige les over?
Slide 3 - Woordweb
Huiswerk controleren
Geen huiswerk
Slide 4 - Tekstslide
In deze les leer je
De evolutietheorie beschrijven
Wat natuurlijke selectie is
Slide 5 - Tekstslide
Evolutie
De levensvormen op aarde zijn in de loop van de tijd ontstaan en veranderd. De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen, noem je evolutie
Slide 6 - Tekstslide
De evolutietheorie: Charles Darwin
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Evolutietheorie
Bestaat uit 3 stappen:
1. Verandering in genotype
2. Natuurlijke selectie
3. Ontstaan nieuwe soort
Slide 9 - Tekstslide
Variatie in genotype
- Welk gen terecht komt in een geslachtscel is toeval.
- Er zijn veel verschillende combinaties.
- Daardoor ontstaat bij geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen.
- En dus verschillen in fenotype
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Natuurlijke selectie
Slide 12 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Slide 13 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Slide 14 - Tekstslide
Ontstaan nieuwe soorten
Slide 15 - Tekstslide
Evolutietheorie:
-variatie in genotypen
-natuurlijke selectie
-ontstaan nieuwe soorten
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Lezen: Thema 5 basisstof 4 blz. 128
Maken: Opdracht 1, 2 en 3
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
Uitleg PO
Slide 18 - Tekstslide
H5 Evolutie
Welkom bij biologie!
Slide 19 - Tekstslide
Toets week
Boek B
H5 basisstof 4 + 5
H6 basisstof 1 t/m 3 (vwo + 7)
Slide 20 - Tekstslide
Waar ging de vorige les over?
Slide 21 - Woordweb
Huiswerk controleren
Basisstof 5 opdracht 1 t/m 3
Slide 22 - Tekstslide
In deze les leer je
Hoe nieuwe soorten ontstaan
Slide 23 - Tekstslide
Evolutietheorie
Bestaat uit 3 stappen:
1. Verandering in genotype
2. Natuurlijke selectie
3. Ontstaan nieuwe soort
Slide 24 - Tekstslide
www.mrchadd.nl
Slide 25 - Link
Variatie in genotype
- Welk gen terecht komt in een geslachtscel is toeval.
- Er zijn veel verschillende combinaties.
- Daardoor ontstaat bij geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen.
- En dus verschillen in fenotype
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Natuurlijke selectie
Slide 28 - Tekstslide
Hoe ontstaan nieuwe soorten?
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Ontstaan nieuwe soorten
Slide 31 - Tekstslide
Evolutietheorie:
-variatie in genotypen
-natuurlijke selectie
-ontstaan nieuwe soorten
Slide 32 - Tekstslide
Wel evolutie
GEEN evolutie
In een gebied leven beren met een zwarte en bruine vachtskleur. Beide kleuren hebben dezelfde overlevingskans. Na 20 jaar zijn er meer beren met een bruine vachtskleur.
Sommige beren hadden een hele goede verstopplek gevonden. Andere beren gingen het voorbeeld volgen van deze beren om een goede verstopplek te vinden. Zo konden ze beter overleven.
Sommige beren hadden een gen (door een mutatie) waardoor ze sneller konden rennen en een grotere overlevingskans hadden. Na 20 jaar zijn er meer beren die sneller kunnen rennen.
Slide 33 - Sleepvraag
De evolutietheorie gaat uit van:
1. variatie in ..................
2. ...................... selectie
3. het ..................... van nieuwe soorten en .......................... van soorten
Bij evolutie speelt ook de .................................. in het genotype bij een soort een rol.
In elk soort komen in het genotype ................................ verschillen voor.
Soms is zo'n verschil handig om te ................................
ontstaan
natuurlijke
overleven
verandering
verdwijnen
genotype
toevallige
Slide 34 - Sleepvraag
Sleepopdracht: Vul de tekst aan.
geloven dat de
afstammen van andere
Zo'n langzame
noemen we
........................
..........................
....................
..................
................
ontwikkeling
diersoorten
evolutie
biologen
mensen
Slide 35 - Sleepvraag
TEST JEZELF
Ga naar magister
Leermiddelen
H5 Evolutie
Basisstof 4
Helemaal onderaan --> test jezelf
Slide 36 - Tekstslide
Aan de slag
Iedereen maakt opdracht 4, 6 t/m 8 (blz. 130)
Heb je een onvoldoende bij test jezelf dan maak je onderstaande opdrachten die bij dat leerdoel horen: