20170608 BE3

BE3 - les 8 juni 2017
Let op: Volgende week toets!

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BE3 - les 8 juni 2017
Let op: Volgende week toets!

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Doelen
  • (Korte) terugblik
  • (Korte) herhaling lesstof (inc. interactie)
  • Extra uitleg        of       zelf oefenen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je weet het verschil tussen een  liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.
  • Je kent de liquiditeitskengetallen en kunt deze berekenen. Ook kun je aangeven wat deze betekenen.
  • Je weet wat solvabiliteit is en wat dit inhoudt.
  • Je weet hoe de solvabiliteit berekend moet worden en kunt dit berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige lessen
  • Les 1: liquiditeit
  • Les 2: solvabiliteit
  • Les 3: liquiditeit + solvabiliteit (groepen)

  • Wat weet je er nog van?

Slide 4 - Tekstslide

Op de liquiditeitsbegroting staan de verwachte .....
A
Opbrengsten en kosten
B
Ontvangsten en uitgaven
C
Winsten en verliezen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke 3 liquiditeitskengetallen ken je?

Slide 7 - Open vraag

Liquiditeitskengetallen
  • Current ratio
  • Quick ratio
  • Netto werkkapitaal

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de Quick ratio en de Current ratio?

Slide 9 - Open vraag

Verschil CR en QR
  • Current ratio = Vlottende activa / Kort vreemd vermogen
  • Quick ratio: bijna hetzelfde, maar:
  • voorraad niet meerekenen.
  • QR = (VLA - voorraad) / KVV

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer is een onderneming liquide?

Slide 11 - Open vraag

Liquide?
Een onderneming is liquide als ze in staat is haar schulden te betalen.

Slide 12 - Tekstslide

Solvabel/solvabiliteit

Slide 13 - Woordweb

Solvabiliteitsratio's
  • EV/TV
  • EV/VV
  • VV/TV (debt ratio)

  • Bestudeer zelf wat dit inhoud!!!! (tip: in paragraaf 5.2 wordt dit duidelijk uitgelegd)

Slide 14 - Tekstslide

keuze:
  • Zelf aan het werk met opgaven
  • Extra uitleg: per onderwerp

Slide 15 - Tekstslide

Check: doelen
  • Je weet het verschil tussen een  liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.
  • Je kent de liquiditeitskengetallen en kunt deze berekenen. Ook kun je aangeven wat deze betekenen.
  • Je weet wat solvabiliteit is en wat dit inhoudt.
  • Je weet hoe de solvabiliteit berekend moet worden en kunt dit berekenen.

Slide 16 - Tekstslide