Kerst 2025
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hij is groen.
Hij staat alleen met kerst in de kamer.
Hij staat alleen met kerst in de kamer.
A
de kerstman
B
de kerstster
C
de kerstboom
D
de kerstkaart
Slide 2 - Quizvraag
Welke twee kleuren staan voor kerst?
A
Groen en rood
B
Blauw en rood
C
Groen en geel
D
Paars en groen
Slide 3 - Quizvraag
Waar woont de Kerstman?
A
Duitsland
B
Nergens
C
Amerika
D
Noordpool
Slide 4 - Quizvraag
It's beginning to look
a lot like ...
A
Pasen
B
Oud en Nieuw
C
Hemelvaart
D
Christmas
Slide 5 - Quizvraag
Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas
Slide 6 - Quizvraag
Wat vieren wij met kerst?
A
De geboorte van Jezus
B
De geboorte van Kerstman
C
De geboorte van Mevrouw Hilde
D
De geboorte van God
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerst'?
A
6
B
5
C
8
D
20
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet
deze Kerst-
film?
deze Kerst-
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone
Slide 9 - Quizvraag
Wat sturen veel mensen naar elkaar met de kerst?
A
de kerststal
B
de kerstbal
C
de kerstkaart
D
de kerstboom
Slide 10 - Quizvraag
Maak af: 'oh dennenboom, oh dennenboom...'
A
Fijne kerst
B
Wat zijn je takken wonderschoon
C
Groeten van de kerstman
D
Oh dennenboom
Slide 11 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je met Kerst
onder een mistletoe staat?
A
Je krijgt een cadeau
B
Je mag een wens doen
C
Je krijgt een kus
D
Brengt je geluk...
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer is er sprake
van een 'Witte Kerst'?
A
Als er op één van de Kerstdagen sneeuw ligt
B
Als op beide Kerstdagen sneeuw ligt
C
Als het op beide Kerstdagen vriest
D
Als er weer oliebollen met poedersuiker te koop zijn
Slide 13 - Quizvraag
Kijk naar de plaat.
Hoeveel (kerst)bomen zie je
op de plaat?
Hoeveel (kerst)bomen zie je
op de plaat?
A
18 bomen
B
15 bomen
C
16 bomen
D
17 bomen
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor soort helpers heeft de kerstman?
A
Kerst engelen
B
Kerst herten
C
Kerst kikkers
D
Kerst elfjes
Slide 15 - Quizvraag
Welk kerst woord is fout geschreven?
A
Kerst
B
Boom
C
Ster
D
Feesd
Slide 16 - Quizvraag
In welke maand is het kerst?
A
Juli
B
December
C
Augustus
D
Maart
Slide 17 - Quizvraag
Welk kind is er geboren bij kerst?
A
God
B
Jezus
C
meester Bas
D
Rudolph
Slide 18 - Quizvraag
Welk feest komt vlak na kerst?
A
Oud en nieuw
B
Sinterklaas
C
Carnaval
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de datum dat wij kerst vieren?
Tip
A
25 en 26 Januari
B
27 december
C
35 december
D
25 en 26 december
