Hoofdstuk 4 de stroomkring

wat gaan we vandaag leren
Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
 Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
 Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
 Je kunt een voorbeeld geven van een geleider en van een isolator.
 Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.
 Je kunt uitleggen wat een schakelschema is.
 Je kunt de belangrijkste symbolen toepassen in een schakelschema.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

wat gaan we vandaag leren
Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
 Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
 Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
 Je kunt een voorbeeld geven van een geleider en van een isolator.
 Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.
 Je kunt uitleggen wat een schakelschema is.
 Je kunt de belangrijkste symbolen toepassen in een schakelschema.


Slide 1 - Tekstslide

Rondstromen

Kijk naar afbeelding 1. Een lampje is verbonden met een batterij. Eén draad gaat van de plus van de batterij (+) naar het lampje. Een andere draad gaat van het lampje terug naar de min van de batterij (−). Nu gaat er elektrische stroom door het lampje, waardoor het lampje brandt.
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spanningsbron verbindt. De stroom gaat dan in een kringetje rond.
Een stroomkring is de verbinding van de plus (+) naar de min (−) van een spanningsbron. In de stroomkring van afbeelding 1 is de stroom met pijltjes getekend. De stroom gaat van de plus (+) door het lampje naar de min (−).


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wat is een stroomkring?
A
Een soort elektrische batterij
B
Een elektriciteitsleverancier
C
Een gesloten pad voor elektrische stroom
D
Een open circuit

Slide 6 - Quizvraag

Wat meet je met een multimeter?
A
Geluid en licht
B
Vochtigheid en snelheid
C
Temperatuur en druk
D
Spanning, stroom en weerstand

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een knoopcel?
A
Een kleine ronde batterij
B
Een grote accu
C
Een batterij voor voertuigen
D
Een batterij voor apparaten

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er in een open stroomkring?
A
De stroom verandert van richting
B
De stroom blijft constant
C
De stroom stopt met vloeien
D
De stroom verhoogt

Slide 9 - Quizvraag

Welke onderdeel is het belangrijkste voor een stroomkring?
A
Een lamp
B
Een batterij of voeding
C
Een schakelaar
D
Een weerstand

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een veelgebruikte batterij in speelgoed?
A
Knoopcel
B
AA-batterij
C
C-batterij
D
Lithium-ion batterij

Slide 11 - Quizvraag

de vragen beantwoorden in het boek
pagina 217 tot 228

Slide 12 - Tekstslide