Toedienen zuurstof

Zuurstof toedienen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Zuurstof toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra indicatie Zuurstof

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je als de dosering te hoog of juist te laag is? (denk ook aan vitale waarden)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1: Hypoxemie is tekort aan zuurstof in het bloed
Stelling 2: Hypercapnie is een verlaagd koolzuurgehalte in het bloed
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist

Slide 9 - Quizvraag

Hypoxie is een zuurstoftekort in de weefsels. (dit kan lokaal plaatsvinden bv. hart, hersenen, been maar ook algehele hypoxie)

Hypoxaemie is zuurstof tekort in het bloed. Dus zuurstof tekort in het bloed veroorzaakt altijd hypoxie in het lichaam.

Hypoxaemie veroorzaakt hypoxie. 

Cyanose=
A
blauwe verkleuring van de huid door afsterven weefsel
B
blauwe verkleuring van de huid door zuurstof teveel
C
Geeft het zuurstofgehalte van het bloed aan
D
blauwe verkleuring van de huid door zuurstoftekort

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een fles met 5 liter inhoud en een druk van 30 mbar. Hoeveel liter zuurstof zit er in de tank?
A
30
B
5
C
150
D
500

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een zuurstof fles met 2 liter inhoud en een druk van 60 mbar. Mw Jansen gebruikt 2 liter per minuut. Heb je genoeg zuurstof tussen 08:00 en 12:00
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het toedienen van zuurstof is een risicovolle handeling
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies