Nederlands week 2 - hoofdgedachte en onderwerp

3 april

Vooraf:

-Vorige week niet in de les? kijk in Teams voor de opdracht van die week!
& Taalblokken , zie bord. 

- Regels en afspraken

Pauze is van 9.30 tot 9.45 u
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3 april

Vooraf:

-Vorige week niet in de les? kijk in Teams voor de opdracht van die week!
& Taalblokken , zie bord. 

- Regels en afspraken

Pauze is van 9.30 tot 9.45 u

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag

- Herhaling vorige les
- Lesdoelen deze les
- Theorie rondom hoofdgedachte en onderwerp
- Zelfstandig werken aan het schrijven van een artikel
- Oefeningen Taalblokken

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 
vorige les

Waar ging die over?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je weet wat het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst is.
- Je weet hoe je een artikel op juiste wijze schrijft

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp van een tekst

Wat is dat volgens jullie?

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp


Het onderwerp is waar de tekst over gaat.
Alle alinea's, de meeste zinnen en veel woorden gaan erover.
Het onderwerp staat meestal in de titel en vaak in de inleiding of het slot.


Slide 6 - Tekstslide



Het onderwerp van een tekst beschrijft in één woord of een groepje woorden waar de tekst in zijn geheel over gaat. Bijvoorbeeld: hipsters.



Slide 7 - Tekstslide

Vraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte vind je meestal in de titel, inleiding of slot. Artikelen in de krant of op bijvoorbeeld Nu.nl hebben vaak een "intro" ( een dik gedrukte alinea aan het begin). Meestal bevat die de hoofdgedachte van het artikel

Slide 9 - Tekstslide

In de hoofdgedachte....
 formuleer je in één zin het belangrijkste wat je over het onderwerp wilt zeggen. Bijvoorbeeld: hipsters willen graag opvallen.

Slide 10 - Tekstslide

Een snelle terugblik, hoe moest het ook alweer?


Een zin begint altijd met een ....?

Wat schrijf je nog meer daarmee?








Slide 11 - Tekstslide


Na een uitroep of gebiedende wijs zet je een ......

Na een vraagzin zet je een......

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1

Maken in teams

Slide 13 - Tekstslide

 De schrijfopdrachten van je examen worden op 3 onderdelen beoordeeld:

Inhoud (dus WAT staat erin?)
Taalgebruik (spelling, leestekens, zinsbouw)
Conventies (opbouw, afspraken die horen bij een van de examenopdrachten). Dus bv is het een formele tekst, waar moet het aan voldoen, inleiding/kern/slot.



Slide 14 - Tekstslide

Opdracht artikel schrijven, 
opdracht 2 in Teams

Volg de volgende stappen:

Stap 1.
Lees eerst de beschrijving en de opdracht goed door.
Beantwoord voor jezelf de volgende vragen:
- Wat voor tekst moet ik schrijven?
- Wat is het doel van mijn tekst?
- Wie is het publiek van mijn tekst?


Stap 2:
Bekijk de lijst met punten die in je artikel moeten komen.
Markeer belangrijke punten, bijvoorbeeld:
- Noem de aanleiding…
- Geef jouw eigen ervaring…
- Twee voordelen van…


.







Stap 3:
- Orden de gevonden informatie.
- Verdeel de onderdelen over ten minste drie alinea’s
- Schrijf per alinea in steekwoorden op wat je gaat schrijven

Stap 4:
Schrijf je tekst (let goed op het minimaal aantal woorden)
- Een goedlopende tekst heeft volledige zinnen.
- Maak de zinnen niet te lang.
- Gebruik witregels tussen de alinea’s
- Zet een eigen titel boven het artikel.
- Zet je naam onder het artikel.

Stap 5:
Controleer de inhoud. Staat alle informatie van stap 3 in het artikel?
Controleer het taalgebruik. Verbeter fouten.
Controleer de conventies. Zorg dat de indeling klopt en de tekst er verzorgd uitziet.


Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag, artikel schrijven opdracht 2.

Maak dit artikel in een Word document en stuur dit vervolgens naar 
f.quanjel-bouwens@vistacollege.nl

Slide 16 - Tekstslide

Werken in Taalblokken
Taalblokken->

  2F> hoofdstuk 3 inleiding kern slot -
warmlopen
lezen
schrijven
luisteren
3.8. samengevat, versterk jezelf en voorbereidende toets

Studenten zonder licentie->
opdrachten op papier









Slide 17 - Tekstslide