2526 6Vbeco periode 2

2526 6Vbeco periode 2
PO-SE:
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2526 6Vbeco periode 2
PO-SE:

Slide 1 - Tekstslide

week 44 les 1
huiswerk voor deze les:
meenemen lesbrief Het Resultaat 3e druk
les:
bespreken SE periode 1
Reflecteren op werkwijze periode 1
Leerdoel:
Je kan je werkwijze op een manier aanpassen zodat je volgende keer een grotere kans op verbetering hebt


Slide 2 - Tekstslide

week 44 les 2
huiswerk voor deze les:
geen
les:
 H4.1: constante en variabele kosten
(we maken ook een start met week 45 les 1)
Leerdoel:
Je begrijpt het verschil tussen constante en variabele kosten

Slide 3 - Tekstslide

Constant <-> Variabel
Variabele kosten veranderen als de geproduceerde hoeveelheid verandert

Constante kosten zijn onafhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid

kunnen wel veranderen:
- aanpassen productiecapaciteit
- verandering huur gebouw, interest op lening, etc.

Slide 4 - Tekstslide

Variabele kosten
Variabele kosten zijn afhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid
Proportioneel variabele kosten veranderen recht evenredig met de geproduceerde hoeveelheid
Als de productie 10% daalt, dalen de VK ook 10%

( anders progressief, degressief )

Slide 5 - Tekstslide

Constant
Variabel
huur gebouw
salaris uitzendkracht
grondstoffen
salaris directeur
interest

Slide 6 - Sleepvraag

week 45 les 1
huiswerk voor deze les:
Opdracht 4.7, 4.8
les:
uitleg H4.2: Break-evenafzet
maken case Medifact
Leerdoel:
Je kan de BEA berekenen op basis van de dekkingsbijdrage in euro’s per product

Slide 7 - Tekstslide

 De break-even analyse
Break-even: de onderneming maakt geen winst, geen verlies (resultaat € 0)


Verschillende invalshoeken:

  • Hoeveel producten moet een onderneming minimaal verkopen om 'quitte' te spelen?
  • Hoeveel omzet moet een onderneming minimaal realiseren om 'quitte' te spelen?
  • Vanaf welk punt (afzet/omzet) heeft een onderneming de constante kosten terug verdiend?

Slide 8 - Tekstslide

Gegeven:
Een onderneming verkoopt kratjes bier voor 34 euro per kratje. De dekkingsbijdrage is 12 euro per kratje. De totale constante kosten bedragen € 250.000

Bepaal de volgende functies: TO, TVK, TCK, DB
DB per product = p-v

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht kratjes bier
TO = 34q
TVK = 22q
TCK = 250.000
TK = 22q + 250.000
DB = 12q

Slide 10 - Tekstslide

Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen?


Slide 11 - Tekstslide

Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
TO = TK

34q = 22q + 250.000
12q = 250.000
q = 20.834

Slide 12 - Tekstslide

De break even afzet moet altijd naar
boven / beneden worden afgerond
A
boven
B
beneden

Slide 13 - Quizvraag

Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
wanneer heb ik met de dekkingsbijdrage de CK terugverdiend?
CK
bea = ----------             
( p - v) 

bea = 250.000 / ( 34 - 22 ) = 20.834

Slide 14 - Tekstslide

Break even omzet
Break even omzet = Break even afzet x verkoopprijs

Break even omzet = 20.834 x 34 = € 708.356


Slide 15 - Tekstslide

Hoe groot moet de afzet zijn om een winst te behalen van € 100.000,-?
A
250.000 / 12 + 100.000 / 34
B
100.000 / 34
C
350.000 / 12
D
350.000 / 34

Slide 16 - Quizvraag

zet 
TO, TK, TVK en TCK 
bij de juiste lijn

DB lijn?

TO
TK
TVK
TCK

Slide 17 - Tekstslide

nu maken case 4.2 Medifact
zie google classroom

Slide 18 - Tekstslide

week 45 les 2
huiswerk voor deze les:
Opdracht 4.16, 4.17
les:
uitleg H4.3: Break-evenomzet
Leerdoel:
Je kan de BEO berekenen op basis van de dekkingsbijdrage in procenten van de omzet

Slide 19 - Tekstslide

Vorige les: berekenen BEA
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
wanneer heb ik met de dekkingsbijdrage de CK terugverdiend?
    CK
bea = ----------
       ( p - v) 

Slide 20 - Tekstslide

Break even omzet
Ondernemingen met een groot assortiment kunnen de break even afzet niet uitrekenen

We werken dan met variabele kosten die een percentage zijn van de omzet

We rekenen dan direct de break even omzet uit

Slide 21 - Tekstslide

De variabele kosten bedragen 65% van de omzet; constante kosten bedragen € 500.000. Wat is de break-even omzet?
(antwoord format zonder € teken of puntjes. Voorbeeld: 1234567,89)

Slide 22 - Open vraag

Stel de variabele kosten bedragen 65% van de omzet en de constante kosten bedragen € 500.000,-. 
De dekkingsbijdrage is dan 100 - 65 = 35%
Daarmee moeten we de € 500.000,- terugverdienen.
35% = 500.000
500.000 / 35 x 100 = € 1.428.571,43

Slide 23 - Tekstslide

Even checken:
omzet                                    € 1.428.571,43
- TCK                                         € 500.000
- TVK                                         € 928.571,43   (65% van de omzet) - 
                                                                       0

Slide 24 - Tekstslide

Break even omzet
                                  CK
Break even omzet = ---------------
                                                   perunage dekkingsbijdrage

= 500.000 / 0,35 = € 1.428.571,43


Slide 25 - Tekstslide

week 46 les 1
huiswerk voor deze les:
Opdracht 5.1 en 5.2
les:
uitleg H5.1: variabele kostprijsberekening
Leerdoel:
Je kan het resultaat van een dienstverlenende onderneming over een periode berekenen via de variabele kostencalculatie methode

Slide 26 - Tekstslide

5.1 variabele kostprijsberekening
alleen variabele kosten worden verwerkt in kostprijs
via een brutowinstmarge wordt een dekkingsbijdrage voor de constante kosten gecreëerd
(DB = verkoopprijs - variabele kostprijs)

constante kosten worden vervolgens als geheel van dekkingsbijdrage afgehaald om het resultaat te bepalen.

handig op korte termijn (geen invloed op constante kosten) maar wel nadelen:
- Belastingdienst staat deze methode niet toe
- Grotere kans op het vaststellen van de verkeerde verkoopprijs

Slide 27 - Tekstslide

brutowinstmarge / brutowinstopslag: goed lezen!
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst 
Bedrijfskosten - 
Nettowinst 
100%
 80%
 20%

Slide 28 - Tekstslide

brutowinstmarge / brutowinstopslag: goed lezen!
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst 
Bedrijfskosten - 
Nettowinst 
120%
100%
 20%

Slide 29 - Tekstslide


Bereken de verkoopprijs van een zitmaaier

Slide 30 - Open vraag


Bereken het begroot brutoverkoopresultaat 

Slide 31 - Open vraag


Bereken de begrote nettowinst

Slide 32 - Open vraag

en ook nog even oefenen met 
Break-even analyse

Break-even afzet = CK / p - v

Break-even omzet = CK / perunage DB




Slide 33 - Tekstslide

Onderneming THFC hanteert een brutowinstpercentage van 30% van de omzet; de overige variabele kosten zijn 10% van de inkoopwaarde van de omzet. Bereken de constante kosten indien de break even omzet € 2.173.913 bedraagt.
(afronden op hele euro's)

Slide 34 - Open vraag

Onderneming THFC hanteert een brutowinstpercentage van 30% van de omzet; de overige variabele kosten zijn 10% van de inkoopwaarde van de omzet. Bereken de constante kosten indien de break even omzet € 2.173.913 bedraagt.
stap 1: Brutowinst 30% van de omzet (100%)
inkoopwaarde van de omzet is dus 70%

stap 2: overige variabele kosten is 10% van 70% = 7%
totale variabele kosten = 70 + 7 = 77% (dekkingsbijdrage 100-77 = 23%)

stap 3: 2.173.913 = constante kosten / 0,23
constante kosten = € 500.000



Slide 35 - Tekstslide

tip: zet de gegevens in een overzicht

Slide 36 - Tekstslide

5 groepjes
Werk de volgende opgaven uit op het whiteboard

Neem eerst het gegeven overzicht over en vul verder aan

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

week 46 les 2 (lesvrij)
huiswerk voor deze les:
Opdracht 5.3
les:
Deze les valt uit
Zelfstudie H5.2: integrale kostprijsberekening
Leerdoel:
Je kan de standaardkostprijs van een goed of dienst berekenen via de integrale kostprijsberekening

Slide 43 - Tekstslide