Media Theoriën

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1. Injectienaaldtheorie:
"Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media heel makkelijk (letterlijk) over"

Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indoctrinatie een belangrijke rol.


Slide 3 - Tekstslide


1. Injectienaaldtheorie
'druppel voor druppel spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap letterlijk over'

Manipulatie =
Geven van vervormde feiten of het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt

Indoctrinatie =
Voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen

Slide 4 - Tekstslide

2. Multi-step-flow theorie
Bij de multi-step-flow-theorie nemen mensen pas informatie over wanneer deze door een grotere groep of een belangrijk persoon wordt verteld.

Slide 5 - Tekstslide

Leg met behulp van de multi-step-flow-theorie waarom Giro 555 zoveel verschillende bekende Nederlanders dezelfde boodschap laat opnemen?

Slide 6 - Open vraag


3. Media als betekenisverlener
Media zijn niet alleen communicatie-middelen, maar hebben een betekenis voor de ontvangers en gebruikers.
Bijvoorbeeld: mensen hebben behoefte aan informatie en amusement en daarom gebruiken mensen media.

Op lange termijn wordt de invloed van media sterker omdat ze via het bieden van informatie en amusement normen en waarden overgedragen.

Slide 7 - Tekstslide

De theorie van de selectieve perceptie
In hoofdstuk 4 ging het over de selectieve perceptie van journalisten bij het geven van informatie.

Deze theorie gaat juist over de macht van de mediagebruikers zelf.

Het referentiekader bepaalt welke informatie wel of niet bekeken wordt. 

Slide 8 - Tekstslide


Agendatheorie
De media bepaalt niet wát mensen denken, maar waarover we denken en met elkaar praten, dus welk onderwerp bij mensen 'op de agenda staat'.
Bijvoorbeeld: Temptation Island, als daar iemand is vreemd gegaan, wordt daar de volgende dag op school/werk over gepraat.

Ook op de politieke agenda hebben de media invloed: politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan kunnen doen.

Slide 9 - Tekstslide

Dus: macht van de media

Op welke manier worden we dan beïnvloed door de media? 
  • Injectienaaldtheorie: we nemen alles druppel voor druppel over ( M + I )
  • Multi-step-flowtheorie: mensen in de media hebben invloed (opinieleiders) 
  • Media als betekenisverlener: mensen hechten zich aan bepaalde programma's 
  • Selectieve perceptie theorie: mensen filteren door media, wat is interessant? 
  • Agendatheorie: onderwerpen aandragen voor politici

Slide 10 - Tekstslide

Beïnvloedingstheorieën
Over de beïnvloedingstheorieën is ook discussie:
  • Er is niet één theorie de beste!!! Bij de ene mediagebruiker past de ene theorie beter en bij de andere mediagebruiker past een andere theorie weer beter.
  • Over de injectienaaldtheorie wordt verschillend gedacht. Sommige mensen vinden dat kijkers helemaal niet zo makkelijk te beïnvloeden zijn, terwijl tegelijkertijd is gebleken dat films, reclames, series en games veel invloed hebben op jongeren.



Vaak kun je ook meerdere theorieën naast elkaar gebruiken.

Slide 11 - Tekstslide

"Je ziet wat je wilt zien en je hoort wat je wilt horen." Bij welke beïnvloedingstheorie van de media hoort deze uitspraak? Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 16 - Tekstslide