BS 4.6 en 4.8 Zwangerschap en geboorte

Zwangerschap en geboorte
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Tekstslide

vandaag 
  • herhalen 
  • lesdoelen  
  • uitleg basisstof 4.6 zwangerschap 
  • uitleg basisstof 4.8 de geboorte

Slide 2 - Tekstslide

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal

Slide 3 - Sleepvraag

Baarmoeder
Vagina
Eierstok
Eileider
Hier rijpen de eicellen
Dit onderdeel verbind de eierstokken met de baarmoeder
Het beschermen en voeden van een bevruchte eicel
Afvoeren van slijm en bloed tijdens de menstruatie

Slide 4 - Sleepvraag

Baarmoederslijmvlies verdikt
Vruchtbare dagen
Menstruatie
Ovulatie
Slijmvlies verdikt verder, eicel sterft

Slide 5 - Sleepvraag

 Basisstof 4.6 Zwangerschap

Slide 6 - Tekstslide

Hoe lang duurt een zwangerschap?

Slide 7 - Woordweb

bevruchting
1 eicel  van vrouw en 1 zaadcel van man

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Innesteling 

Slide 10 - Tekstslide

Beginnende baby

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 14 - Tekstslide

prenataal onderzoek
  • 10 weken echo (uitgerekende datum bepalen)
  • combinatietest:  bloedonderzoek en nekplooimeting (down)
  • NIPT: bloedonderzoek/DNA baby (erfelijke afwijkingen)
  • 20 weken echo (aangeboren afwijkingen + geslacht)
  • pretecho:

Slide 15 - Tekstslide

NIPT
  • NIPT: Non-Invasieve Prenatale Test (=bloedonderzoek moeder)
  • onderzoek naar erfelijke ziekten van de foetus
  • 97% zeker down / geen down 
  • down = trisomie 21

Slide 16 - Tekstslide

 Basisstof 4.8 de geboorte

Slide 17 - Tekstslide

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 18 - Tekstslide

Geboorte

Slide 19 - Tekstslide

De ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting moet groot genoeg zijn om het hoofdje erdoor te laten. 

Slide 20 - Tekstslide

De uitdrijving
  • De weeën worden steeds krachtiger. 
  • De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
  • Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
  • Dit heet uitdrijving.
  • De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 21 - Tekstslide

na geboorte

Slide 22 - Tekstslide

fase 3: de nageboorte
Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 23 - Tekstslide

Na de bevalling 
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 24 - Tekstslide

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby 
komen eerst) 
dwars ligging
 kan het kind niet via de vagina worden geboren. 

Slide 25 - Tekstslide

Opdrachten online maken
timer
20:00
BS 4.6 1 tm 3, 5 tm 8 (HV) 
BS 4.8 opdr. 1 (HV)

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 27 - Sleepvraag

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 28 - Quizvraag

De placenta en resten van de navelstreng die worden uitgedreven heten:
A
Embryo
B
Bevallen
C
Nageboorte
D
Voorgeboorte

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet het als een baby met het hoofdje naar boven ligt?
A
Zuidligging
B
Noordligging
C
Stuitligging
D
Staartligging

Slide 31 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 32 - Open vraag