Soorten zenuwen

Zenuwcellen/ Neuronen
Zenuwcellen stellen organismen in staat te reageren op prikkels uit de omgeving van het organisme. 

Prikkels uit het milieu van het organisme worden opgevangen door zintuigcellen die zich bevinden in zintuigen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zenuwcellen/ Neuronen
Zenuwcellen stellen organismen in staat te reageren op prikkels uit de omgeving van het organisme. 

Prikkels uit het milieu van het organisme worden opgevangen door zintuigcellen die zich bevinden in zintuigen.

Slide 1 - Tekstslide

 Sensorische zenuwen (gevoelszenuwcellen) versturen impulsen van een zintuigcel naar het centraal zenuwstelsel. 

Motorische zenuwen (bewegingszenuwcellen) geleiden impulsen naar spieren of klieren  



Slide 2 - Tekstslide

Schakelcellen

Zenuwen die binnen het centrale zenuwstelsel liggen en alleen met andere zenuwen in contact staan.

 Zo kunnen binnen het centrale zenuwstelsel sensorische en motorische informatie bij elkaar komen. Dat gebeurt op verschillende plekken.

Slide 3 - Tekstslide

Een zenuwcel

1. Korte uitloper (dendrieten)

2. Cellichaam

3. Celkern

4. Lange uitloper (axonen)

5. Bindweefsel

6. Synaps



Slide 4 - Tekstslide

De zenuwcellen communiceren door uitwisselen van elektrische signalen via de uitlopers. . 

- De (lange) axonen geleiden signalen van het cellichaam af. 
- Dendrieten zijn korte uitlopers van zenuwcellen, die signalen opvangen en naar de zenuwcel toe leiden.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Sensorische zenuwen/ Gevoelszenuwcel

Impuls loopt van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel


Slide 7 - Tekstslide

Schakelcel

Impulsen in het centrale zenuwstelsel die 
informatie aan elkaar doorgeven. 


Slide 8 - Tekstslide

Bewegingszenuwcel / Motorische zenuwen

Impulsen van het centrale

 zenuwstelsel naar spieren

Slide 9 - Tekstslide


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hersenen
Bestaat uit drie onderdelen:
Hersenstam
 kleine hersenen
Grote hersenen 



Slide 12 - Tekstslide

Hersenstam
Veel reflexen verlopen via de hersenstam.

 De hersenstam speelt een grote rol bij het constant houden van het interne milieu zoals temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk. 

Slide 13 - Tekstslide

Kleine hersenen
Beweging controleren, werkgeheigen (zoals telefoonnummer niet vergeten), rol bij taal. 



Slide 14 - Tekstslide

Grote hersenen
In de grote hersenen worden signalen van zenuwen verwerkt en wordt beweging van je lichaam geregeld. Ook worden bijvoorbeeld emoties, geheugen, planning hier geregeld. 

Slide 15 - Tekstslide