Cours du 6 mai

Regarder
Cours du 6 mai
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regarder
Cours du 6 mai

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le dernier cours
☆ Parler. Rollenspel gedaan en zelf nieuwe zinnen gemaakt door de schuingedrukte woorden te vervangen voor andere woorden m.b.v. de vocabulairelijsten.

☆ Le verbe avoir

☆ Het delend lidwoord

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ce cours

☆ Le dernier cours
☆ Le check in: le verbe aller
☆ E, Regarder
☆ Billet de sortie 🎟
☆ Le prochain cours et les devoirs
Wat je aan het einde van de les kunt/weet

☆ Wat belangrijk is in de Franse keuken

☆ Woorden in het Frans die te maken hebben met koken en eten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

danser
dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
1. Het werkwoord "Aller" in de présent. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
vais
vont
allons
va
vas
allez

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

danser
dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
1. Het werkwoord "Aller" in de imparfait. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
allais
allaient
allions
allait
allais
alliez

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

E, Regarder

☆ Maak tijdens het kijken een woordspin met Franse woorden die je herkent. Wat betekenen die woorden? Schrijf de Nederlandse vertaling erbij.

☆ Noteer waar de video over gaat volgens jou. Dit mag in het Nederlands en hoeft niet heel lang te zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Als je in het Nederlands géén lidwoord gebruikt, komt er in het Frans wél iets: een delend lidwoord. De delende lidwoorden zijn du, de la, de l’ en des.

Voorbeelden: 
Je bois du coca
Il achète de la viande.
On boit de l'eau.
Ils prennent des photos
Au travail

☆ Maak exercices 19-I, 19-II en 19-III van E, Regarder.
☆ Exercice 20 mag je daarna maken. Heb je wel oordopjes of een koptelefoon voor nodig. Niet bij je? Doe de opdracht thuis.

Slide 7 - Tekstslide

Als je in het Nederlands géén lidwoord gebruikt, komt er in het Frans wél iets: een delend lidwoord. De delende lidwoorden zijn du, de la, de l’ en des.

Voorbeelden: 
Je bois du coca
Il achète de la viande.
On boit de l'eau.
Ils prennent des photos
Billet de sortie
Noem een Frans woord dat je hebt
geleerd uit de video die je zonet
hebt bekeken + de vertaling ervan

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs pour le 7 mai (demain)

☆ Leer de vocabulaire van A t/m F
☆ Leer de phrases-clés van C
☆ Leer de grammaire van D over het delend lidwoord
☆ De werkwoorden être, avoir en aller 
(présent, imparfait en vwo ook de passé composé)
☆ F en H maken

Extra hulp/uitleg nodig? Contacteer mij via Teams of kom langs in het plusuur op woensdag om 14:35 in de groeifactor. Mag altijd :)
Demain
☆ G, Phrases-clés et parler
☆ Le verbe faire

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke info

☆ Op 14 mei moet heel chapitre 5 zijn gemaakt. Zie de werkwijzer.

☆ Op 21 mei heb je een so over de werkwoorden être, avoir, aller en faire. Je leert hiervan de présent en de imparfait. Vwo leert ook de passé composé van deze werkwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het delend lidwoord

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het delend lidwoord

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier uitzonderingen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies