De rechtsspraak

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

kan je aan de hand van een casus zelf een oordeel geven over een strafzaak.

Slide 3 - Tekstslide

Wie is wie?
Schrijf op je wisbordje achter elk nummer wat jij denkt dat de rol van die persoon is.

Slide 4 - Tekstslide

Iemand die je altijd tegenkomt als je naar een zitting gaat, is de bode. Deze persoon heeft een belangrijke rol bij het ontvangen van bezoekers in de zittingszaal en de betrokkenen in een rechtszaak.
De parketpolitie is verantwoordelijkheid voor de veiligheid tijdens een zitting. De parketpolitie begeleidt bijvoorbeeld de verdachte van het cellencomplex naar de rechtszaal en zorgt zo nodig voor het fouilleren van mensen.
Een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal.
De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken.
Hij maakt aantekeningen van alles wat er tijdens een zitting wordt gezegd en gedaan, en maakt daarvan eventueel een proces verbaal. Ook ondersteunt de griffier de rechter(s) bij het voorbereiden van de zaak en het opstellen van het vonnis of arrest.

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 
  • We lezen klassikaal de verschillende rollen voor
  • Lees altijd mee
  • Per onderdeel zoek je van alle onderstreepte woorden de betekenis op en noteer dat op blz. 2
    klik op het ? om de betekenis over te nemen
  • Steek bij vragen je vinger op 

Slide 6 - Tekstslide

Een man wordt verdacht van een poging tot beroving van een bejaarde vrouw op straat, door haar op de grond te gooien en met een mes te bedreigen. Hij is door de politie gearresteerd en zit al 4 maanden in voorarrest. Ook wordt hij verdacht van andere zaken: diefstal van parfum, waarbij drie personeelsleden zijn bedreigd en een personeelslid hard is weggeduwd. De man is een bekende van de politie en heeft een strafblad. Hij is al vaker veroordeeld voor het plegen van geweldsdelicten en verschillende diefstallen, ook diefstal met geweld. Ook heeft hij eerder taakstraffen       gekregen, maar ook onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. De officier van justitie        besluit dat er genoeg bewijs is de man te vervolgen en de zaak voor de rechter te brengen. Hij schakelt de reclassering in om onderzoek te doen naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De situatie
De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken.
Een onvoorwaardelijke straf moet iemand altijd uitzitten of uitvoeren. Een voorwaardelijke straf niet. Een voorwaardelijke straf hoeft een verdachte niet uit te zitten of uit te voeren. De veroordeelde moet zich tijdens een proeftijd aan voorwaarden houden.
Voorarrest is de periode dat een verdachte wordt vastgehouden voordat zijn zaak door een rechter is beoordeeld.
Vermelding in het strafregister dat aantekeningen bevat over de keren dat iemand in het verleden verdacht werd van strafbare feiten (met name misdrijven) en over de afloop daarvan (sepot, vrijspraak, veroordeling).
Een geweldsdelict is een strafbaar feit waarbij geweld is gebruikt tegen personen, dieren of dingen. 
De taakstraf is een straf voor minder zware misdrijven of misdrijven onder verzachtende omstandigheden. Tijdens de taakstraf, ook wel werkstraf genoemd, moet de gestrafte werk doen waarvoor hij niet wordt betaald.

Slide 7 - Tekstslide

Reclasseringsrapport
Op verzoek van de officier van justitie heeft de reclassering een onderzoek ingesteld naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte om te zien of daarin nog iets speelt dat van belang kan zijn. De reclassering komt tot de conclusie dat de kans op herhaling (het recidiverisico) hoog moet worden ingeschat door meerdere omstandigheden.
reclassering
De reclassering geeft advies over een dader of verdachte aan het OM, de rechtbank of het gevangeniswezen, houdt toezicht en begeleidt bij werkstraffen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De verdachte geeft toe dat hij twee diefstallen heeft gepleegd: ‘maar alleen om de huur te kunnen betalen. Ook was ik in het verleden verslaafd aan drugs, waardoor ik steeds met criminelen omging. Dat is nu anders, ik ben bezig met een baan. Ik heb een opvliegend karakter en vertrouw niemand. Denk vaak dat ze me willen belazeren, dus dan deel ik de eerste klap uit. Ik ben bereid mee te werken aan de agressietraining. Ik heb spijt van de diefstallen, maar dat andere heb ik niet gedaan.
De verdachte heeft beperkingen, een slechte financiële situatie en geen zinvolle dagbesteding. Dat maakt het waarschijnlijk dat hij weer de fout in gaat. Het advies van de reclassering luidt dat bij een deels voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarden aan verdachte moet worden opgelegd dat hij zich door de reclassering laat begeleiden en hij deelneemt aan trainingen om minder agressief te worden.
Verdachte

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het slachtoffer is nog erg getraumatiseerd door de gebeurtenis. ‘Sinds de dag van de beroving is alles anders. Ik voel me onveilig op straat. Door de val heb ik mijn enkel gebroken. Op mijn leeftijd geneest dat niet snel. Ik heb er nog steeds veel last van. Door wat er is gebeurd, voel ik me continu gespannen. Ik ben nerveus, en kan mij slecht concentreren. Inmiddels ben ik doorverwezen naar een therapeut voor traumatherapie. Ik heb psychische schade opgelopen. Daarom eis ik een schadevergoeding.
Slachtoffer

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Volgens de officier van justitie ontkent de verdachte maar is hij herkend door een getuige en het slachtoffer. ‘Ze hebben verklaard dat hij de dader is en de situatie uitermate bedreigend was. En dat alleen het ingrijpen van de getuige heeft gezorgd dat het goed is afgelopen. Hij heeft zelf de diefstallen bekend, maar uit getuigenverklaringen blijkt ook dat hij erg gewelddadig was. Ik acht alle        tenlastegelegde feiten dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Verder is de verdachte al vijf keer eerder veroordeeld voor geweldsdelicten en diefstallen. ‘Hij gebruikt ook steeds meer geweld. Rekening houdend met de beleidsregels van het Openbaar Ministerie (OM) eis ik 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Met alles wat uit het reclasseringsrapport komt eis ik daarnaast een proeftijd van twee jaar. In die tijd moet de verdachte zich onder reclasseringstoezicht stellen en meewerken aan agressietraining. Ook moet hij de schade vergoeden aan het slachtoffer.’
Officier van justitie
Deel van de dagvaarding in strafzaken waarin staat waar het Openbaar Ministerie de verdachte van beschuldigt.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De advocaat ontkent dat zijn cliënt bij de beroving was betrokken. ‘Hij was op dat tijdstip bij een vriend thuis. Daarom vind ik niet dat mijn cliënt een schadevergoeding aan de vrouw hoeft te betalen. Mijn cliënt geeft toe 2 diefstallen te hebben gepleegd, maar niet met zoveel geweld als aangegeven. Hij werd in een hoek gedreven door een winkelbediende met een stok in zijn hand. Om weg te komen, duwde mijn cliënt de winkelbediende.
Ook riep hij wat nare dingen naar de andere winkelbediende. Mogelijk hebben zij dat dreigend opgevat. Mijn cliënt deed dit alleen omdat hij zich erg bedreigd voelde. Dus wat er overblijft zijn in totaal 2 eenvoudige diefstallen (van enkele flesjes parfum). Dan vind ik de eis 18 maanden gevangenisstraf buitenproportioneel. Ik verzoek de rechtbank een straf op te leggen die gelijk is aan het voorarrest en mijn cliënt in vrijheid te stellen.
Advocaat

Slide 16 - Tekstslide


Het verweer      van dat de verdachte zichzelf verdedigde (noodweer) moet worden verworpen, want het was de winkelbediende die deed wat hij moest doen, namelijk: de verdachte aanhouden. In zo’n situatie kan de verdachte geen beroep doen op noodweer.
Reactie officier van justitie
Verweer is de verdediging tegen vorderingen van de eiser of tegen de verzoeken van de verzoeker in een gerechtelijke procedure.

Slide 17 - Tekstslide

Als jij op de stoel van de rechter gaat zitten, wat zou jouw beslissing zijn? Vind je het bewezen dat de verdachte de strafbare feiten met mishandeling heeft gepleegd? En zou hij dan 18 maanden gevangenisstraf moeten krijgen? Of is een geldboete of een taakstraf voldoende? En waarom ben je tot die beslissing gekomen?
Oordeel zelf
CHECK: 111 van strafbaar feit tot straf
Open het boek van de zweetvoetenman in het midden en ga naar 111 van strafbaar feit tot straf. Maak gebruik van de vragen om erachter te komen of het oordeel correct is.

Slide 18 - Tekstslide

Groepsopdracht
Vind je het bewezen dat de verdachte de strafbare feiten met mishandeling heeft gepleegd? JA/NEE 

Moet de verdachte 18 maanden gevangenis krijgen? JA/NEE (leg uit waarom)

Moet de verdachte een geldboete krijgen? JA/NEE (leg uit waarom)

Moet de verdachte een taakstraf krijgen? JA/NEE (leg uit waarom)

Hoe ben je tot die beslissing gekomen?

Wat is het uiteindelijke oordeel?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

In deze zaak was het oordeel van de rechter als volgt:
Over de bewezen strafbare feiten
De rechter acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde strafbare feiten heeft begaan. Zowel de poging tot beroving, diefstal en diefstal met geweld tegen personen om een vluchtweg mogelijk te maken bij een betrapping op heterdaad.
Uitspraak van de rechter
De rechter vindt dat er geen sprake is van noodweerverweer door de verdachte, omdat geen sprake was van een situatie waarin hij zich moest verdedigen. De winkelbediende deed wat hij mocht doen om de verdachte aan te houden en te wachten op de politie. Wat de straf betreft houdt de rechter ook rekening met het strafblad dat de verdachte al heeft en straffen die in vergelijkbare zaken gegeven zijn.
Het oordeel van de rechter

Slide 21 - Tekstslide