Les 16 en 17 havo-3 en vwo-3 Spelling 2324

Nederlands
Les 16 en 17
Rosa.Derksen@achterhoekvo.nl 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Les 16 en 17
Rosa.Derksen@achterhoekvo.nl 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen... (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Uitleg Spelling Blok 2 
Zelfstandig werken 
Afronding en lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg Spelling Blok 2
Interactief > iedereen doet mee
Trema 
Werkwoordspelling, meervoud en verkleinwoorden, en apostrof (herhaling)

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al over het trema?

Slide 5 - Woordweb

Het trema
Trema > deelteken:
  • Klank verkeerd uitspreken (beïnvloed)
  • In samengestelde telwoorden (tweeënhalf)

Wanneer geen trema:
  • In samenstellingen > koppelteken: gala-avond
  • Bij het goed uitspreken van een woord: commercieel
  • Bij sommige leenwoorden: opticien


Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordspelling (herhaling)

Slide 7 - Tekstslide

In de volgende zinnen zijn de werkwoorden correct gespeld:

De boer ging zijn gewassen snel oogstten.
Elza heeft beloofd dat ze de brief vandaag nog bezorgd.
De kinderen hoorde dat het feest niet doorging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Meervoudsvormen en verkleinwoorden (herhaling)

Slide 9 - Tekstslide

Maak meervoudsvormen van de volgende woorden:

Fornuis
Extra
Café
Bikini

Slide 10 - Open vraag

Maak verkleinwoorden van de volgende woorden:

Fornuis
Extra
Café
Bikini

Slide 11 - Open vraag

Meervoudsvormen:
• Meeste ZN schrijf je > -en
• Eindigt een woord op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau > dan s
• Eindigt een woord op -I, -a, -o, -u, -y > dan 's
• Soms ook meervoud op -eren (kinderen)
Verkleinwoorden:
• Meestal -je, -tje, -pje > kettinkje (!), filmpje, tafeltje, bankje
• Soms een dubbele klinker > auto – autootje, café - cafeetje (!)
• Soms -'tje > verkleinwoorden op -y: baby – baby'tje
• Soms extra -e > taxi – taxietje
• Bij cijfer- of letterwoorden/afkortingen > A4’tje


Slide 12 - Tekstslide

Apostrof (herhaling)

Slide 13 - Tekstslide

Kiwi'tje
F'je
Max's idee
s'Avonds
Hobbie'tje
VWOleerling
Cakeje
Fout gespelde woorden
Goed gespelde woorden

Slide 14 - Sleepvraag

Bij een lange klank met één a, i, o, u of y > apostrof

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 3, 4 en 5 van Spelling Blok 2
Klaar? Maak je werkwoordspellingboekje af
Helemaal klaar? Goed zo! Maken opdracht 1 en 2 van Lezen Blok 1

Slide 16 - Tekstslide

Afronding
Huiswerk: afmaken opdracht 3, 4 en 5 van Spelling Blok 2

Lesdoelen:
  • Aan het einde van de les weet je...
  • Meer over het trema;
  • Meervoudsvormen en verkleinwoorden;
  • De apostrof;
  • En ben je in staat om de regels toe te passen bij woorden.

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag