P2 Gebouwbeheer les 1

Gebouwbeheer
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Profiel MFDMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gebouwbeheer

Slide 1 - Tekstslide

Kwaliteit in de schoonmaak
  • Kwaliteitsniveau spreek je af in contract:
                    --> Hoe meer je betaalt, hoe hoger de kwaliteit <--

Slide 2 - Tekstslide

Kwaliteit in de schoonmaak
  • Kwaliteitsniveau = % fouten
  • AQL = Accepted Quality Level 
  • Oorzaak en mate niet belangrijk!

Slide 3 - Tekstslide

Kantoren & Verkeers-ruimten
Sanitair
Cleanrooms
Behandel-kamers & verpleeg-ruimtes

AQL 3

AQL 4

AQL 7

AQL 0

Slide 4 - Sleepvraag

Kwaliteit in de schoonmaak
VSR (Vereniging Schoonmaak Research) door een onafhankelijke organisatie (extern)

Steekproef en MAF
  1. Inventarisatie voor aantal elementen
  2. MAF = Maximaal Aantal Fouten
  3. Steekproefsgewijs (random)

Slide 5 - Tekstslide

Je hebt een object met 20 kantoorruimtes met een totaal van 2000 elementen. Hoeveel fouten mag je dan hebben bij een AQL van 7?
A
240
B
300
C
120
D
140

Slide 6 - Quizvraag

Kwaliteit in de schoonmaak
DKS (Dagelijke Controle Systeem) door facilitaire afdeling van organisatie (intern)

Bij controle onderscheid tussen:
  1. V = Vervuild
  2. M = Methodefout
  3. P = Periodiek onderhoud niet uitgevoerd

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een methodefout?
A
Stof bovenop de koffieautomaat
B
Een beschadiging aan de linoleumvloer
C
Als een schoonmaker handelingen vergeet
D
Resten schoonmaak-middel op een spiegel

Slide 8 - Quizvraag

Kwaliteit in de schoonmaak
DKS als hulpmiddel met als doel:
  • Inzicht in kwaliteit
  • Fouten opsporen (en oplossen)
  • Kwaliteitsbewaking
  • Voorkomen van fouten

Slide 9 - Tekstslide

Kwaliteit in de schoonmaak
Beoordelingscriteria:
  • Intern en voortdurend proces
  • 3 soorten ruimten: sanitair, kantoren & verkeersruimte
  • Fouten direct bespreken

Slide 10 - Tekstslide

Kwaliteit in de schoonmaak
Categorieën vuil:
  1. Niet-hechtend vuil = droog te verwijderen (stof, zand, etc)
  2. Hechtend vuil = nat te verwijderen (vlekken, strepen of aangekoekt vuil)
  3. Diversen = niet leeggemaakt of niet aangevuld

Slide 11 - Tekstslide

Kwaliteit in de schoonmaak
Vul zelf een DKS formulier in. Beoordeel minimaal drie verschillende soorten ruimten: sanitair, kantoor en verkeersruimten. De opdracht is voor in je portfolio!

Slide 12 - Tekstslide