Have got

HAVE GOT
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HAVE GOT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben =
Have got / Has got
  • I have got
  • You have got
  • He has got
  • She has got
  • It has got
  • We have got
  • You have got
  • They have got

Slide 2 - Tekstslide

Begin met persoonlijke voornaamwoorden op het linkerbord doornemen.
Miss Murray! I ... a question.
A
have got
B
has got

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lieke ... a dog and a cat
A
have got
B
has got

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oh wow! You ... the new iPhone 22XL!?
A
have got
B
has got

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke personen krijgen 'has'?
Welke personen krijgen 'have'?
I
You
He
She
It
We
You
They

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je dat je iets niet hebt?
Je gebruikt het woordje:
NOT 

I have not got a brother
Have + not = haven't 
Has + not = hasn't 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend:
Mex has got a 10 for English.
A
Mex hasn't got a 10...
B
Mex not have a 10...
C
Mex haven't got a 10...
D
Mex have got a 10...

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend:
Abby and Quinty have got a ticket
A
Abby and Quinty haven't got a ticket
B
Abby and Quinty not have a ticket
C
Abby and Quinty not got a ticket
D
Abby and Quinty hasn't got a ticket

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
I have got an owl.
B
I has got an owl.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
We have got lunch.
B
We has got lunch.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
The doctor have got a lot of patients.
B
The doctor has got a lot of patients.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
Mr Trump have got a car.
B
Mr Trump has got a car.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
They have got 5 dogs.
B
They has got 5 dogs.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
You have got a bike.
B
You has got a bike.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
It have got wheels.
B
It has got wheels.
C
It have wheels.
D
It is wheels.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
Harry Potter have got an owl.
B
Harry Potter has got an owl.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
We have got music lessons.
B
We has got music lessons.
C
We are music lessons.
D
We's got music lessons.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
He have got two cats.
B
He has got two cats.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
She have got an umbrella.
B
She got an umbrella.
C
She's got an umbrella.
D
She've got an umbrella.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
You have got a book.
B
I has got a book.
C
He have a book.
D
They has a book.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
We have got a horse.
B
I has got a horse.
C
They has a horse.
D
He have a horse.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Questions ?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies