Je wilt snel weten waar de tekst over gaat. Hierdoor scan je als het ware de tekst. Je leest hem vluchtig door.
Je bekijkt/leest:
- Titel - Anders gedrukte woorden
- Tussenkopjes - Tabellen/ schema's
- Plaatjes - Inleiding
- Slot (- eerste zinnen van de alinea's)