oefenquiz voor toets h 5.7 en 5.8

Doel van deze quiz

oefenen voor de toets grammatica en spellen hoofdstuk 5.7 en 5.8

welk woordsoort is 'grote'

1. lidwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. Voorzetsel
4. zelfstandig naamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

Naast de persoonlijk voornaamwoorden, zijn er ook bezittelijke voornaamwoorden. Deze geven aan dat iets van iemand is. 

mijn boek

jouw tas 

zijn fiets

LET OP: 

Wat voor woordsoort zijn de volgende woorden:
de, het, een

1. Zelfstandig naamwoord
2. Voegwoord
3. Lidwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

in, op, onder, door

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. telwoorden
4. aanwijzende voornaamwoorden

Welke woordsoort is onderstreept?
We hoeven voor dit hoofdstuk maar 4 woordsoorten te kennen.

__________

1. ww
2. zv
3. bvn
4. lw

Persoonlijk voornaamwoord

En hoe vind je nu het lijdend voorwerp van een zin?

1. Dat zijn alle werkwoorden in een zin.
2. Wie of wat + persoonsvorm.
3. Door de zin in een andere tijd te zetten
4. Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp

De zusjes spelen verstoppertje.

Wat is het lijdend voorwerp?

1. de
2. zusjes
3. spelen
4. verstoppertje

Het werkwoordelijk gezegde...

1. is alleen de pv
2. zijn alle werkwoorden in de zin
3. is een zelfstandig naamwoord
4. is nooit de pv

Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. is
2. is vergeten
3. zijn spullen
4. hij

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

Ik zou dat gedaan hebben.

1. zou hebben
2. Ik heb gedaan
3. zou gedaan
4. zou hebben gedaan

Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.


Wat is het lijdend voorwerp?

1. Laura
2. haar huiswerk
3. toch
4. heeft gemaakt

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...

1. stam +t
2. t ex - kofschip

Wanneer en waarvoor gebruik je
'
'T ex kofschip/ ' t sexy fokschaap ?

Er zijn meer antwoorden goed

1. Bij de spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord
2. Als je bij de persoonsvorm in de verleden tijd niet hoort of de laatste letters -te of -de zijn
3. Als je het onderwerp zoekt
4. Om de persoonsvorm te vinden

Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.

Het voltooid deelwoord staat in de zin samen met de woorden 'hebben, worden en zijn'. 

Meestal staat er ge-, be- of ver- voor het voltooid deelwoord. 

Van een werkwoord een voltooid deelwoord maken.
Welk voltooid deelwoord is juist bij het werkwoord HEBBEN

1. gehad
2. gehebben
3. gehat
4. gehebt

voltooid deelwoord
proeven

1. geproefd
2. geproeft
3. geproeven

In elke zin staat een voltooid deelwoord.
Soms is het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
Spel het werkwoord in elke zin op de goede manier.

Ik vind alleen ... (suikeren) pinda’s lekker.

1. gesuikerd
2. gesuikert
3. gesuikerde
4. gesuikerte

Wanneer gebruik je het 'T exkofschip?

1. Bij de verleden tijd en voltooid deelwoord
2. Als je in de VT niet hoort of je het met -te of -de moet schrijven
3. Als je het onderwerp zoekt
4. Om de PV te vinden

Trappen van vergelijking

https://www.jufmelis.nl/woordenschat/trappen-van-vergelijking/trappen-van-vergelijking-6

Trappen van vergelijking

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van ...?

lief

1. lief, liefer, liefst(e)
2. liefst(e), liever, lief
3. lief, liever, liefst(e)
4. liever, lief, liefst(e)

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van...?

veel

1. veel, meer, meest(e)
2. meer, minder, meest(e)
3. veel. meest(e), meer
4. veel, meest(e), minst

Wat zijn de trappen van vergelijking?

1. stellende trap overtreffende trap vergrotende trap
2. vergrotende trap stellende trap overtreffende trap
3. stellende trap vergrotende trap overtreffende trap
4. overtreffende trap stellende trap vergrotende trap

Welke 'trappen van vergelijking' zijn goed?

1. mooi - meer mooi - mooist
2. mooi - mooier - mooist
3. mooi - lelijker - lelijkst
4. mooi - minder mooi - lelijk

trappen van vergelijking