2.7 Spelling les 1

  • Goedemorgen

  • Werkboek en etui op tafel

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

  • Goedemorgen

  • Werkboek en etui op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven & formuleren
  • Hoofdstuktoets op 27 november gaat over de paragrafen
  •  2.3 Lezen 
     2.5 Woorden
     2.7 Grammatica
     2.8 Spelling

Slide 2 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Weet je nog de zinsdeelstrepen!

Kijk naar de eerste zin:                              Evi moet weg bij haar kleine broertje blijven.

  1. zet een streep onder de pv                Evi moet weg bij haar kleine broertje blijven.
  2. zet pv tussen zinsdeelstrepen           Evi | moet | weg bij haar kleine broertje blijven
  3. zet ww tussen zinsdeelstrepen         Evi | moet | weg bij haar kleine broertje | blijven |
  4. zet ond tussen zinsdeelstrepen       | Evi | moet | weg bij haar kleine broertje | blijven|
  5.  staat voor de pv een woord..........

Slide 3 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Weet je nog de zinsdeelstrepen!

Verdeel deze zin in zinsdeelstrepen:
Zet ond en wg erboven

  • Johan heeft zijn vader om hulp gevraagd.

  •      ond       wg                                                 wg
       | Johan | heeft |  zijn vader | om hulp | gevraagd.|

Slide 4 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Weet je nog de zinsdeelstrepen!

Verdeel deze zin in zinsdeelstrepen:
Zet ond en wg erboven

  • Hij gaat zijn e-bike verkopen.

  •    ond   wg                              wg
       | Hij | gaat | zijn e-bike | verkopen|.

Slide 5 - Tekstslide

2.8 Spelling
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Leerdoel

In deze paragraaf leer je:
• hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
• hoe je een komma gebruikt;
• acht dicteewoorden.

Slide 6 - Tekstslide

2.8 Spelling
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
LLeertekst: Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (vervolg) (blz. 115)
In de tegenwoordige tijd heeft de persoonsvorm drie vormen:

ik-vorm                           ik-vorm + t                      hele werkwoord

ik lach                               jij/hij/zij/u lacht                    wij/zij/jullie lachen
ik vind                               jij/hij/zij/u vindt                   wij/zij/jullie vinden 
ik zit                                   jij/hij/zij/u zit                        wij/zij/jullie zitten 
                                                         


Slide 7 - Tekstslide

2.8 Spelling
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
  • Maak eerst opdracht 1, 2 a +b. (blz. 115-116)
  • Die gaan we daarna samen bespreken

  • Samen maken we opdracht 3 (blz. 116)

  • Maak zelfstandig opdracht 5 en 6


Slide 8 - Tekstslide

2.7 Grammatica - zelfstandig werken
  • Ben je klaar ga dan op je laptop naar:
  •  paragraaf 2.5 Woorden oefenen met 'Test jezelf' of
     paragraaf 2.7 Grammatica oefenen met 'test jezelf'.  

Slide 9 - Tekstslide

Afspraken over lezen
  • Start van de les begin je met 10
    minuten lezen in je boek.
  • Daarna boek op de hoek van je tafel.
  • Aan het einde van de les zet je het boek netjes op kleur terug in de kast.

Slide 10 - Tekstslide