2.7 Grammatica les 1

  • Goedemorgen

  • Werkboek en etui op tafel
  • Pak een leesboek en ga rustig lezen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

  • Goedemorgen

  • Werkboek en etui op tafel
  • Pak een leesboek en ga rustig lezen

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven & formuleren
  • Hoofdstuktoets op 27 november gaat over de paragrafen
  •  2.3 Lezen 
     2.5 Woorden
     2.7 Grammatica
     2.8 Spelling

Slide 2 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Leerdoel

In deze paragraaf leer je:
  • Hoe je een werkwoordelijk gezegde vindt
  • Hoe je zinsdeelstrepen gebruikt om zinsdelen te vinden.

Slide 3 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Even herhalen de persoonsvorm (pv)
- De persoonsvorm (pv) is een belangrijk zinsdeel. In elke zin staat één pv.
- De pv is altijd een werkwoord (doe-woord) en bestaat meestal uit één woord.

Je vindt de pv door de vraagproef of de tijdproef.
- Hij loopt hard naar school  -> Loopt hij hard naar school?    PV=loopt

-Hij loopt hard naar school -> Liep hij hard naar school?         PV=loopt


Slide 4 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Even herhalen zinnen en zinsdelen
Zinnen kun je verdelen in zinsdelen. Een zinsdeel bestaat uit één woord, of een paar woorden die bij elkaar horen. 

Een voorbeeld van een zinsdeel is de persoonsvorm of het onderwerp. Elk zinsdeel zet je tussen zinsdeelstrepen.

|Ik | lees | dit boek.|
Deze zin bestaat uit drie zinsdelen.

Slide 5 - Tekstslide

2.7 Grammatica
  • Samen maken we opdracht 2 en 3 op blz. 109 en 110 

  • De jongen gaat naar huis lopen.
  • Wij hebben het aan de mentor gevraagd.

  • Maak nu zelf opdracht 4 op blz. 110

Slide 6 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Leertekst: Werkwoordelijk gezegde blz. 110

Het werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat uit de persoonsvorm + de andere werkwoorden in een zin.

Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel, en zet je tussen zinsdeelstrepen.

                                  wg                       wg
Volgende week | gaat | Jessica | shoppen|.
                                                           


Slide 7 - Tekstslide

2.7 Grammatica
  • Samen maken we opdracht 2 en 3 op blz. 103 en 110 

  • De jongen gaat naar huis lopen.
  • Wij hebben het aan de mentor gevraagd.

  • Maak nu zelf opdracht 4 op blz. 110

Slide 8 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Leertekst: Werkwoordelijk gezegde blz. 110

Het werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat uit de persoonsvorm + de andere werkwoorden in een zin.

Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel, en zet je tussen zinsdeelstrepen.

                                                        


Slide 9 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Leertekst: Werkwoordelijk gezegde (wg) blz. 110 - stappenplan

1.  Zet een streep onder persoonsvorm (pv), en schrijf er wg boven

2.Kijk of er andere werkwoorden zijn in de zin

3. Zet daar wg boven

4. Zet de wg-woorden tussen zinsdeelstrepen.

                                  wg                        wg
Volgende week | gaat | Jessica | shoppen|.    
                                                           


Slide 10 - Tekstslide

2.7 Grammatica
  • Even samen oefenen - stappenplan werkwoordelijk gezegde

  • Johan en Sanne hebben de wedstrijd gewonnen.

  •                                        wg                                             wg
    Johan en Sanne | hebben | de wedstrijd | gewonnen|.

Slide 11 - Tekstslide

2.7 Grammatica
  • Samen maken we opdracht 5 en 6 en 7 op blz. 111

  • Maak nu zelf opdracht 7 op blz. 111

Slide 12 - Tekstslide

Afspraken over lezen
  • Start van de les begin je met 10
    minuten lezen in je boek.
  • Daarna boek op de hoek van je tafel.
  • Aan het einde van de les zet je het boek netjes op kleur terug in de kast.

Slide 13 - Tekstslide