13.1 Eten

lesagenda
Neem je tekstboek/werkboek voor je bij par. 13.1

aanwezigheidscontrole
uitleg via lessonup
zelfstandig werken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

lesagenda
Neem je tekstboek/werkboek voor je bij par. 13.1

aanwezigheidscontrole
uitleg via lessonup
zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Dieren kunnen we verdelen in drie groepen:
- Planteneter (herbivoren) 
- Vleeseters (carnivoren)
- Alleseters (omniforen)

Slide 2 - Tekstslide

§13.1 - Eten
Leerdoelen:
- Je leert hoe je aan zoogdieren kunt zien wat ze eten en hoe planten aan voedsel komen.

- Je leert ook hoe planten en dieren voorkomen dat ze opgegeten worden.

Lees nu §13.1 en volg daarna de LessonUp.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Planteneters - bijv. koeien
Plooikiezen malen het plantaardigvoedsel fijn

Vleeseters - bijv. honden
Grotere scherpere hoektanden en knipkiezen zo verscheuren ze hun prooi.

Alleseters - bijv. mensen en varkens. Zij eten plantaardig en dierlijk voedsel.
Snijtanden en hoektanden om het eten los te knippen en knobbelkiezen om het eten goed te malen

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Waardoor zijn honden slanker dan koeien?
Plantencellen hebben een celwand en zijn doordoor moeilijk fijn te kauwen en te verteren.

Het verteren van voedsel bij planteneters lukt daarom alleen als het lang genoeg in het verteringsstelsel zit. Planteneters hebben een lange darm die opgepropt zit in de buik. 

Dierlijke cellen hebben geen celwand en zijn daardoor makkelijk fijn te kauwen en te verteren.

Doordat er geen celwand aanwezig is is het vlees makkelijker te verteren en is het verteringsstelsel korter. Hond: 



Slide 7 - Tekstslide

Planteneters en vleeseters
Plantaardig voedsel is moeilijk verteerbaar door celwanden.

Oplossingen:
1 - Meerdere magen
2 - Herkauwen
3 - Bacteriën in pens en darmen

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Welk onderdeel zit wel om plantencellen, maar niet om dierencellen?

Slide 10 - Open vraag

Leg uit waardoor planteneters langer op hun voedsel kauwen dan vleeseters.

Slide 11 - Open vraag

Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Knipkiezen
Taaie planten fijnmalen
Voedsel losknippen
Plooikiezen
Knobbelkiezen
Kiezen met richels
Voedsel afbijten

Slide 12 - Sleepvraag

Waardoor is een kat slanker dan een koe?

Slide 13 - Open vraag

13.1 Eten

Slide 14 - Tekstslide

Energiebalans
Energie is nodig om te bewegen, cellen te maken, op temperatuur te blijven etc. 
De energiebalans geeft aan hoeveel een dier binnenkrijgt en hoeveel een dier besteedt.

E = energie
B = bewegen       
P = produceren nieuwe cellen
T = temperatuur  
U = poep, plas, zweet 

Slide 15 - Tekstslide

Fotosynthese
Via hun wortels komen planten aan mineralen en water

Met hun bladeren halen ze koolstofdioxide uit de lucht.

Hiervan maken planten voedingsstoffen. Alles begint met glucose

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Hoe 'eten' planten
Groene planten maken zelf voedingsstoffen tijdens fotosynthese

De energie die nodig is om glucose te maken haalt de plant uit zonlicht. 

Van glucose maakt de plant voedingstoffen zoals: zetmeel, vetten en eiwitten.

Daarvoor zijn mineralen nodig, die zuigt de plant op met de wortels. 

Van de eiwitten groeit de plant vetten en zetmeel zijn reservestoffen.

Slide 18 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 19 - Tekstslide

Glucose en dan?
Van glucose maken planten weer andere stoffen:

zetmeel - reservevoedsel / brandstoffen
eiwitten - bouwstoffen
vetten - reservevoedsel / brandstoffen
vitaminen - beschermendestoffen

Slide 20 - Tekstslide

In welk onderdeel van de plantencel vindt fotosynthese plaats?

Slide 21 - Open vraag

Wat is fotosynthese?

Slide 22 - Open vraag

Besteedt een dier overal evenveel energie aan?

Slide 23 - Open vraag

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Camouflage: niet opvallen in de omgeving

Slide 24 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Mimicry: lijken op een ander 
(giftig) dier

Slide 25 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?

Slide 26 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten
Hoe voorkomen organismen dat ze worden opgegeten?

Camouflage --> door niet op te vallen in hun omgeving

Mimicry --> lijken op een ander gevaarlijk dier

Maken van bittere stoffen (soms giftig!)

Stekels zoals de roos of brandnetels

Verdediging door goede zintuigen en vluchten


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video