Nederlands 12 januari '23 Horeca/FL- leerjaar 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

12 januari 2023

Sociaal-communicatieve vaardigheden

Werkbespreking en vergadering

Programma 

Lesstofplanner

Terugblik eerdere lessen – drie vragen beantwoorden

Doelen van deze les

Sociaal-communicatieve vaardigheden

Theorie + opdrachten 1 en 2 (10 minuten)

Theorie werkbespreking – vergadering

Vergaderen

Evaluatie en afsluiting

Veel teksten bestaan uit vaste onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan een titel. Noem nog drie belangrijke onderdelen die je bijna in elke tekst ziet.

Tussenletters.
Wanneer schrijf je in een samenstelling een 'tussen-n' ?

Tussen-n

Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en, schrijf je een tussen-n in de samenstellingen met dat eerste deel. 

Het is volgens deze regel pannenkoek (pan heeft alleen het meervoud pannen) 

Noem tenminste twee uitzonderingen op de regel van de 'tussen-n'.

Aantal uitzonderingen: 

• Eerste woord heeft meervoud op -en én -s: gemeentehuis, gedachtegang, groentesoep
  
• Eerste woord heeft geen meervoud: tarwebrood
  
• Eerste woord verwijst naar iets dat uniek is, is er maar eentje van: zonnebrand, maneschijn
  
• Eerste woord is een ‘versterking’ van het tweede woord: beresterk, apetrots....................

Doelen van vandaag

• Je weet wat sociaal-communicatieve vaardigheden zijn en je kunt hiervan enkele voorbeelden geven.
  
• Je kunt sociaal-communicatieve vaardigheden toepassen in een werkoverleg
  
• Je kent het verschil tussen een werkbespreking en een vergadering
  

Sociaal-communicatieve vaardigheden

Vaardigheden die je gebruikt om op een prettige manier te communiceren en interactie aan te gaan met anderen mensen

Het belang van sociaal-communicatieve vaardigheden

• Opbouw en onderhoud van contacten en relaties (respect)
• Goede (en effectieve) gesprekken voeren
• Voorkomen misverstanden
• Voorkomen en oplossen conflicten
• Ontwikkelen > nieuwe inzichten opdoen
• Algeheel welzijn
• ....................

voorbeelden:

- Positieve en vriendelijke benadering

- hand geven

- oogcontact maken

- rekening houden met mening/gevoelens van anderen

- empathie tonen 

(non-verbaal en verbaal)

Formeel taalgebruik

Zakelijk gesprek

Met het juiste taalgebruik toon je respect voor je gesprekspartner

Informeel taalgebruik

persoonlijk gesprek

Opdrachten

Lesmethode Nu Nederlands

Spreken 3. Gesprekken

3.1  Sociaal-communicatieve vaardigheden: theorie + opdrachten 1 en 2. (ca. 10 minuten)

Deel 2

Werkbespreking en vergadering

Verschil werkoverleg - vergadering

Werkoverleg	Vergadering
korte tijdsduur	lange tijdsduur
informeel karakter	formeel karakter
doel: zorgen dat het werk goed blijft gaan soms: kleine actiepunten/besluiten	doel: informatie uitwisselen, besluiten nemen, plan van aanpak opstellen
dagelijks of wekelijks	minder regelmatig
geen agenda, soms wel enkele punten	volgens agenda

Rollen vergadering

Voorzitter: 

• opent en leidt de vergadering
• vertelt het doel 
• zorgt dat iedereen evenveel spreektijd krijgt
• bewaakt de tijd
• vat samen, maakt vervolgafspraken en bedankt aanwezigen

Rollen vergadering

Notulist: 

• maakt aantekeningen tijdens de vergaderingen
• maakt een verslag na afloop (notulen)

Dilemma voor (deel van) een vergadering

Les Nederlands

situatie nu: op donderdag van 15.00 - 16.30 uur

Optie: 

verplaatsen naar donderdag van 8.30 - 10.00 uur

Dilemma: wel of niet verplaatsen

Opdracht

Bereid individueel een korte vergadering over het dilemma. Noteer voor jezelf de voor- en nadelen van het verplaatsen van de les Nederlands naar het eerste en tweede uur.  Je houdt je bevindingen nog even voor jezelf! 

5 minuten

De vergadering

Vorm groepjes van vier personen 

Kies samen een voorzitter en een notulist

Het dilemma van de les Nederlands staat als agendapunt op de vergadering. Na de opening, bespreken jullie de bevindingen. De notulist maakt aantekeningen (en doet ook mee!)

Doel: gezamenlijk beslissen of de les Nederlands wel of niet verplaatst wordt. 

Overleg duurt minimaal 10 minuten!

Wat is het besluit per groep?
Nederlands 1e +2e uur / 9e en 10e uur

Evaluatie 

Wat ging goed?

Wat kan volgende keer beter?

Tips/tops voor de voorzitters? 

(Tijd over: aan de slag met achterstallige opdrachten / woordenschat)