BBR Historische Bronnen

Bronnen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bronnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over bronnen?

Slide 2 - Woordweb

Bronnen op tentamen en examen
1. Relevantie of bruikbaarheid
2. Representativiteit
3. Betrouwbaarheid

Slide 3 - Tekstslide

Bruikbaarheid of relevantie
Geeft deze bron informatie die ik kan gebruiken voor de vraag?

Slide 4 - Tekstslide

Representativiteit 
Geldt de bron voor één uitzonderlijk geval, dan is de bron niet representatief

Geldt de bron voor meer mensen/meer gevallen dan is de bron meer representatief 

Slide 5 - Tekstslide

Maar let op: 
De mening van een willekeurige burger zal vaak niet representatief zijn voor alle burgers terwijl de mening van de leider van een bepaalde partij/groep waarschijnlijk weer wel representatief zal zijn voor die specifieke groep.

Slide 6 - Tekstslide

Betrouwbaarheid
Kunnen de gegevens in de bron feitelijk waar zijn?

Slide 7 - Tekstslide

Betrouwbaarheid: Stap 1
De persoon: Wie?
  • Wat voor persoon was de schrijver of maker van de bron?
  • Welke rol speelde hij in de in de bron beschreven gebeurtenis?
  • Was hij ooggetuige van de gebeurtenis?
  • Was hij zich ervan bewust dat mensen zijn verhaal later zouden lezen? Of is het onbewust overgebleven?
  • Welk doel?

Slide 8 - Tekstslide

Betrouwbaarheid: Stap 2
De tijd: Wanneer?
  • Heeft de schrijver/tekenaar de informatie die de bron bevat direct na de gebeurtenissen opgeschreven, of pas vele jaren later? 

  • Was er sprake van censuur of juist vrijheid van meningsuiting toen de schrijver leefde? 

Slide 9 - Tekstslide

Betrouwbaarheid: Stap 3
Waar? 
  • Is de bron gemaakt in de directe omgeving van de gebeurtenis?


Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbaarheid: Stap 4
Wat?
  • Dagboek, brief, krantenartikel, feitelijk verslag, propagandamateriaal, officieel document.
  • Geschreven of ongeschreven?

  • Was de bron bedoeld voor iedereen (publieke bron) of privé, of geheim, bijvoorbeeld een brief of dagboek? 
  • Bevat de bron veel meningen?


Onbewuste, niet-publieke bronnen zijn meestal betrouwbaarder dan bewuste, publieke bronnen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Columbus komt in 1492 aan in Amerika. Prent van De Bry uit 1594.  

Slide 13 - Tekstslide

Stel je doet onderzoek naar de reacties van de Indianenstammen in de 15e en 16e eeuw op de komst van de Europeanen. 
1. Leg uit of deze bron representatief is voor je onderzoek
Columbus komt in 1492 aan in Amerika. Prent van De Bry uit 1594.  

Slide 14 - Tekstslide


Stel je doet onderzoek naar de reacties van de Indianenstammen in de 15e en 16e eeuw op de komst van de Europeanen.
1. Leg uit of deze bron representatief is voor je onderzoek

Slide 15 - Open vraag

Goede antwoord
Deze bron is niet representatief want je ziet hier slechts één indianenstam

Slide 16 - Tekstslide

Columbus komt in 1492 in aan in Amerika. Prent van De Bry uit 1594.  

Slide 17 - Tekstslide

Stel je doet onderzoek naar de reis van Columbus in de 15e eeuw. 
2. Leg uit of deze bron betrouwbaar is voor je onderzoek
Columbus komt in 1492 aan in Amerika. Prent van De Bry uit 1594.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stel je doet onderzoek naar de reis van Columbus in de 15e eeuw.
2. Leg uit of deze bron betrouwbaar is voor je onderzoek

Slide 20 - Open vraag

Goede antwoord
Deze bron is niet betrouwbaar want hij is veel later gemaakt

Slide 21 - Tekstslide

Columbus komt in 1492 in aan in Amerika. Prent van De Bry uit 1594.  

Slide 22 - Tekstslide

Stel je doet onderzoek naar de reis van Columbus naar Amerika in de 15e eeuw. Je hebt twee deelvragen bedacht:
1.Hoe verliep de reis van Columbus in 1492?
2.Hoe wordt de aankomst van Columbus in Amerika afgebeeld?
Maak duidelijk voor welke onderzoeksvraag de bron de meest bruikbare informatie bevat en voor welke onderzoeksvraag de bron minder bruikbare informatie bevat.
Columbus komt in 1492 aan in Amerika. Prent van De Bry uit 1594.

Slide 23 - Tekstslide

Stel je doet onderzoek naar de reis van Columbus naar Amerika in de 15e eeuw. Je hebt twee deelvragen bedacht:
Hoe verliep de reis van Columbus in 1492?
Hoe wordt de aankomst van Columbus in Amerika afgebeeld?
3. Maak duidelijk voor welke onderzoeksvraag de bron de meest bruikbare informatie bevat en voor welke onderzoeksvraag de bron minder bruikbare informatie bevat.

Slide 24 - Open vraag

Goede antwoord
Vraag 1: de bron geeft geen informatie over de reis van Columbus zelf. Deze vraag is dus het minst bruikbaar
Vraag 2: Deze bron is een afbeelding van de aankomst van Columbus en dus kan deze bron ons iets vertellen over hoe die aankomst werd afgebeeld. Deze vraag is dus het meest bruikbaar.

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je na deze les geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Wat vind je nog lastig?

Slide 27 - Woordweb