Economisch, thema 2, H1

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Waar denk je aan
bij 'Arbeidsmarkt'?

De arbeidsmarkt

Vraag: werkgevers

Aanbod: werkzoekenden

Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt veranderen voortdurend:

• door technologische ontwikkelingen;
  
• door veranderende behoeften van consumenten.
  

Waardoor kunnen vraag en aanbod veranderen? Geef nog een voorbeeld.

• Beroepsbevolking: Het totaal aantal mensen dat kan, wil en mag werken. 

• Werkgelegenheid: De hoeveelheid werk die er is voor de beroepsbevolking. 

• Werkloosheid: De situatie waarin mensen die willen werken geen werk hebben. 

Mark is 14 jaar en heeft een krantenwijk. Behoort hij tot de beroepsbevolking?

1. ja
2. nee

Susan is 45 jaar, gezond en heeft een uwv-uitkering. Zij zoekt een baan. Behoort zij tot de beroepsbevolking?

1. ja
2. nee

Laila is 30 jaar en is arbeidsongeschikt. Behoort zij tot de beroepsbevolking?

1. ja
2. nee

Soorten werkloosheid

• Conjuncturele werkloosheid: als er tijdelijke werkloosheid is doordat het slecht gaat met de economie.

• Structurele werkloosheid: als het beschikbare aanbod banen voor altijd afneemt.
  

• Frictiewerkloosheid: als de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten niet goed op elkaar aansluiten.
  

• Seizoenswerkloosheid: als de vraag naar arbeidskrachten in een bepaald seizoen wegvalt.
  

Op dit moment verliezen veel mensen hun baan door de coronacrisis. Bij welk(e) soort(en) werkloosheid past dit?

1. conjuncturele werkloosheid
2. structurele werkloosheid
3. frictiewerkloosheid
4. seizoenswerkloosheid

Heb jij minder of geen werk door de coronacrisis?

1. ja
2. nee

Gevolgen van werkloosheid

Persoonlijk

Economisch

gevoel van nutteloosheid

Minder geld te besteden

minder belastinginkomsten

minder banen

Feedbacktime! Wat vond je fijn aan de les? Wat zou je graag anders zien?