Vondel

§17: Joost van de Vondel 
Prins der dichters
1587 -1679
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

§17: Joost van de Vondel 
Prins der dichters
1587 -1679

Slide 1 - Tekstslide

Joost van den Vondel
  • De beroemdste dichter uit de zeventiende eeuw. Prins der poëten

    Hij schreef veel en liet zijn mening duidelijk horen. Zijn werk zorgde voor opschudding en werd soms zelfs verboden. Daar trok hij zich weinig van aan: voor hem moest kunst over normen en waarden gaan. Hij becommentarieerde allerlei gebeurtenissen uit de 17e eeuw.

  • Hij had een scherpe pen en koos vaak duidelijk partij

Slide 2 - Tekstslide

Joost van den Vondel
  • Geboren in Keulen, vluchtte naar Amsterdam
  • Op latere leeftijd: studie naar klassieke cultuur (±1623), katholicisme (±1640)
  • Schreef veelal over de actualiteit (Van Oldenbarnevelt)
  • Koopman in Amsterdam
  • 't Wit Lavendel

Slide 3 - Tekstslide

Genres
  • Hekeldicht: gedicht waarin iets aangevallen wordt (politiek, religie)
  • Klaagzang: klaaggedicht, vaak over persoonlijke omstandigheden (Constantijntje)
  • Tragedie: klassiek toneelstuk van de ondergang van een hoogeplaatst persoon (later meer!)

Slide 4 - Tekstslide

De opdracht Vondel en Huygens

1. Noem drie verschillen tussen Joost van den Vondel en Constantijn Huygens.

2. Van den Vondel schreef veel Hekeldichten (gedichten waarin iets gehekeld/aan de kaak gesteld wordt), Tragedies en Elegieën (klaagzang). Verklaar zijn voorkeur voor deze niet al te vrolijke genres vanuit zijn levensloop.

3. Het bekende hekeldicht Het Stockske van Johan van Oldenbarnevelt, Vader des Vaderlands valt alleen te begrijpen als je iets weet van de geschiedenis. Beschrijf in een paar zinnen de achtergrond van dit hekeldicht. Maar daarbij ook duidelijk wat de aanleiding was voor het schrijven van dit hekeldicht en wie of wat er precies wordt gehekeld.

Slide 5 - Tekstslide

Noem drie verschillen tussen Van den Vondel en Huygens
Constantijn Huygens

Slide 6 - Tekstslide

Enkele verschillen 
  • Bij Vondel is schrijven broodwinning, voor Huygens een hobby;
  • Vondel is geboren in Duitsland, Huygens in Nederland;
  • Huygens voldoet aan het renaissance-ideaal, Vondel niet;
  • Huygens heeft een goede opleiding genoten, Vondel niet.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom sombere stukken?
  • religieus
  • serieus
  • veel pech in zijn leven
  • politiek en maatschappelijk geëngageerd.

Slide 8 - Tekstslide

Het Stockske van Johan van Oldenbarnevelt
Aanleiding: Verschil van mening over de predestinatie tussen remonstranten (o.l.v. Arminius) en contraremonstranten (o.l.v. Gomarus);
Eerst een theologische en later ook een politieke strijd (Van Oldebarnevelt - Prins Maurits);
De discussie:  de rechtvaardiging van de mens en de predestinatie (uitverkiezing). Contraremonstranten geloofden dat God had voorbeschikt, of iemand in de hemel zou komen of tot de hel verdoemd zou zijn. 
De Remonstranten geloofden in de eigen verantwoordelijkheid: de mens heeft  een vrije wil om te kiezen tussen een leven van deugd of zonde.

Slide 9 - Tekstslide

Kinder-lijck


Het gedicht staat op blz. 47 in je boek.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vondel gebruikt geen witregels in dit gedicht, maar gelet op het rijm zou het gedicht in strofen verdeeld kunnen worden. Hoeveel strofen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

De strofen vallen qua inhoud uiteen in twee groepen. Welke?
A
strofe 1 - strofe 2 t/m 4
B
strofe 1/2 - strofe 3/4

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen beide delen?

Slide 14 - Open vraag

Er is ook een verschil in ‘toon’ tussen deze twee groepen. Beschrijf dit verschil.

Slide 15 - Open vraag

Wat is geen tegenstelling tussen de eerste en laatste strofe?
A
omhoog - beneden
B
eeuwigh - oogenblick
C
kind - volwassen

Slide 16 - Quizvraag

Leg de laatste regel uit: Eeuwigh gaat voor oogenblick.

Slide 17 - Open vraag

Joost van den Vondel 
  • Tot Vondels bekendste werken horen zijn toneelstukken Gijsbrecht van Aemstel en Lucifer.
  • Vondel stierf in armoede: als zijn laatste werk dichtte hij spottend zijn grafschrift: 
    Hier leit Vondel zonder rouw,
    Hy is gestorven van de kouw 

Slide 18 - Tekstslide

Gijsbrecht van Amstel 
Een klassieke tragedie

Slide 19 - Tekstslide

Eerst achtergrondinformatie
§18: De literatuur van de Grieken en de Romeinen

Slide 20 - Tekstslide




Griekse en Latijnse schrijvers hebben een grote invloed op de Renaissance gehad. 

En nog steeds op de hele westerse cultuur.



Belangrijke schrijvers/filosofen: 

Homerus (Ilias en Odysee)
Socrates (zelfstandig nadenken), Plato , Aristoteles

Vergilius (Aeneis)
Horatius
Ovidius (Metamorphoses)

Slide 21 - Tekstslide

Aristoteles Poëtica 

Poëtica van de Griekse filosoof Aristoteles (4e eeuw voor Christus) werd als de bijbel voor toneelschrijvers gezien. 
Had onder andere betrekking op de klassieke tragedie: in de renaissance gezien als het meest verheven genre.
In het klassieke drama gaat een hooggeplaatst persoon de stijd aan met hogere machten. Hierin delft hij vanwege zijn overmoed het onderspit. 

Slide 22 - Tekstslide

Klassieke tragedie
Kenmerken
  1. Ondergang van een hoogeplaatst persoon omdat hij in zijn overmoed (hubris) de grenzen heeft overschreden van wat een mens geoorloofd is.
       Door zijn leed ondergaat hij een             loutering (catharsis) --> een                     nieuw mens

Slide 23 - Tekstslide

Klassieke tragedie
Kenmerken:
2. Drie 'eenheden'
  • Plaats: alles speelt zich af op een plaats;
  • Tijd: alles vindt plaats in een tijdsbestek van 24 uur.;
  • Handeling: een intrige en geen zijdelingse verwikkelingen.

Slide 24 - Tekstslide

Klassieke tragedie
Kenmerken:
3. Vijf bedrijven
  • Eerste vier bedrijven eindigen met een rei; een groep personen die commentaar geeft, gevoelens bespreekt, vooruitwijzingen geeft.
  • Einde vijfde bedrijf: deus ex machina die een oplossing biedt.

Slide 25 - Tekstslide

Joost van den Vondel - Gijsbrecht van Aemstel
  • hield zich aan de kenmerken van Aristoteles;
  • schreef meerdere klassieke tragedies;
  • Gijsbrecht is de bekendste en wordt nog steeds opgevoerd
  • Voorbeeld van aemulatio

Slide 26 - Tekstslide

Wat is aemulatio?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Toneelstukken als tragedies moesten in de Renaissance qua structuur voldoen aan eisen die in de Oudheid ook golden. Welke drie eisen zijn dat?

Slide 30 - Open vraag

Op welk verhaal uit de Oudheid is de Gijsbrecht gebaseerd?

Slide 31 - Woordweb

Gijsbrecht (Vondel):

- Beleg van Amsterdam
- Schip 'het zeepaard' gevuld met soldaten
- Een engel raadt Gijsbrecht aan te vluchten en een nieuwe stad te stichten
- Amsterdam zal herrijzen
Vergilius (Aeneis):

- Beleg van Troje
- Paard van Troje gevuld met soldaten
- Aeneas vlucht en sticht de stad Rome

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Lees alle paragrafen die behandeld zijn door:
paragraaf 9 t/m 14 (blz. 31 t/m 41)
paragraaf 16 t/m 18 (blz. 44 t/m 50)

Slide 33 - Tekstslide