Thema 1 Leefstijl Hoofdstuk 2 Genotmiddelen 4JURB

Thema 1 Leefstijl 
Hoofdstuk 2 Genotmiddelen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Leefstijl 
Hoofdstuk 2 Genotmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord "genotmiddelen"?

Slide 2 - Woordweb

(anoniem) Heb je wel eens genotmiddelen gebruikt? Welke dan en wanneer?

Slide 3 - Open vraag

Programma
  • Uitleg genotmiddelen algemeen, drugs
  • Uitleg alcohol en tabak
  • Uitleg verslaving
  • Opdrachten maken

Slide 4 - Tekstslide

Genotmiddelen
  • Genotmiddelen: middelen die je gebruikt vanwege hun aangename of stimuleren werking.

  • Door het gebruik van genotmiddelen voel je je bijvoorbeeld ontspannener, vrolijker of energieker.

Slide 5 - Tekstslide

Genotmiddelen
  • Zie plaatje: alcohol, drugs, roken, maar ook cafeïne

Slide 6 - Tekstslide

(anoniem) Gebruik je wel eens cafeïne? Bijvoorbeeld koffie of energy drink.
Nee, nog nooit gedaan.
Wel eens gedaan, maar nu niet meer.
Ja, wekelijks.
Ja, dagelijks.

Slide 7 - Poll

(anoniem) Heb je wel eens drugs gebruikt?
Nee, nog nooit gedaan.
Ja, 1 keer.
Ja, wel vaker.

Slide 8 - Poll

Drugs
  • In de Opiumwet staat welke genotmiddelen in Nederland als drugs worden beschouwd.
  • Drugs is een verzamelnaam voor stimulerende, verdovende en hallucinerende middelen.
  • Het produceren, verhandelen, verkopen of bezitten van drugs is verboden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen harddrugs en softdrugs?

Slide 10 - Open vraag

Harddrugs
  • Gevaarlijk en zeer verslavend
  • Gebruik, bezit, productie en verkoop zijn strafbaar
  • Bijvoorbeeld cocaïne, xtc, ghb
Softdrugs
  • Minder gevaarlijk, maar wel verslavend
  • Gedoogd: verboden, maar het gebruik wordt niet bestraft

Slide 11 - Tekstslide

(anoniem) Als je eerder hebt ingevuld dat je wel eens drugs hebt gebruikt, wat voor drugs was dat dan?
Ik heb nog nooit drugs gebruikt.
Alleen softdrugs.
Alleen harddrugs.
Zowel softdrugs als harddrugs.

Slide 12 - Poll

Gedoogbeleid
  • In de Opiumwet wordt onderscheid gemaakt in harddrugs en softdrugs.
  • Gedoogbeleid: het beleid van de overheid om een bepaalde overtreding niet te bestraffen.
  • Dit geldt dus voor softdrugs.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Alcohol en tabak

  • Gebruik toegestaan voor 18 jaar en ouder.

Slide 15 - Tekstslide

(anoniem) Heb je wel eens alcohol gedronken?
Nee, nog nooit.
Ja, ik heb wel eens een slokje geproefd.
Ja, voor mijn 18e heb ik al één of meer glazen gedronken.
Ja, maar pas na mijn 18e heb ik één of meer glazen gedronken.

Slide 16 - Poll

(anoniem) Wanneer drink je? En als je drinkt, hoeveel drink je dan (ongeveer)?

Slide 17 - Open vraag

Alcohol
Legaal, maar heeft wel risico's:
  • Als je alcohol op hebt, denk je minder na over de dingen die je doet
  • Schadelijk voor de hersenen
  • Verslavend

Slide 18 - Tekstslide

Alcohol
  • In je boek staat dit: "Als je grote hoeveelheden alcohol op één avond drinkt, kun je bewusteloos of in coma raken. Lange tijd veel alcohol drinken kan bovendien ernstige schade veroorzaken aan je lever, hersenen, hart en maag. Voor jongeren is alcohol drinken extra schadelijk, omdat het de ontwikkeling van hun hersenen verstoort.
  • Maar let op, elk glas is schadelijk!

Slide 19 - Tekstslide

(anoniem) Heb je wel eens gerookt?
Nee, nog nooit.
Ja, ik heb wel eens een trekje gehad.
Ja, ik rook met feestjes.
Ja, ik rook elke dag.

Slide 20 - Poll

Tabak
Legaal, maar heeft wel risico's:
  • Nicotine is zeer verslavend
  • Roken is niet alleen schadelijk voor jezelf,
      maar ook voor je omgeving.

Slide 21 - Tekstslide

Ontmoediging
De Nederlandse overheid probeert het gebruik van alcohol, tabak en drugs te ontmoedigen, met behulp van:
  • wetten (bijvoorbeeld rookverbod op bepaalde plekken)
  • accijns (op de verkoop van tabak en alcohol)
  • campagnes (bijvoorbeeld "NIX")

Slide 22 - Tekstslide

Werken de maatregelen voor jou? Welke dan en waarom? Of waarom niet?

Slide 23 - Open vraag

Verslaving
  • Aan genotmiddelen kun je verslaafd raken. Je kunt er dan niet meer zonder.
  • Bijvoorbeeld: nicotineverslaving, drugsverslaving, gameverslaving, eetverslaving, gokverslaving etc.

Slide 24 - Tekstslide

Geestelijke verslaving
  • Geestelijke verslaving: verlangen naar het genotmiddel of de handeling.
  • Bijvoorbeeld: iemand die geestelijk verslaafd is aan alcohol, voelt zich slecht als hij op bepaalde momenten niet kan drinken
  • Vooral bij verslavende handelingen, zoals gamen, (online) gokken of shoppen.

Slide 25 - Tekstslide

Lichamelijke verslaving
  • Lichamelijke verslaving: je lichaam protesteert wanneer je stopt met het gebruik van een genotmiddel.
  • Ontwenningsverschijnselen zoals trillende handen, hoofdpijn of misselijkheid
  • En tolerantie: je hebt steeds meer van een genotmiddel nodig om hetzelfde effect te ervaren

Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen
  • Gevolgen voor gezondheid én dagelijks leven
  • Constant onrustig/onprettig gevoel
  • Concentratieproblemen --> niet meer kunnen functioneren op werk/school
  • Contact verliezen met vrienden en familie
  • Risico's op de lange termijn: verlies van baan, geldproblemen, geïsoleerd raken

Slide 27 - Tekstslide

Hulp
  • Het kan lastig zijn om in je eentje van je verslaving af te komen.
  • Daarom is het verstandig om hulp te zoeken
  • Praten met vrienden, familie, vertrouwenspersonen
  • Maar ook: professionele hulp
  • Via je huisarts of rechtstreeks naar instellingen als Jellinek, Tactus of GGZ Nederland
  • Vaak kan dit ook anoniem
  • Als iemand in je omgeving verslaafd is, heeft dit ook impact op jou. Daar kan je ook hulp voor zoeken bij dezelfde instellingen.

Slide 28 - Tekstslide

Begrippen (volgende les: verslaving)
  • Gedoogbeleid: het beleid van de overheid om een bepaalde overtreding niet te bestraffen.
  • Genotmiddelen: middelen die je gebruikt vanwege hun aangename of stimulerende werking.
  • Geestelijke verslaving: ergens niet meer zonder kunnen, omdat je ernaar verlangt en je je onprettig voelt als je het niet kunt gebruiken of doen.
  • Harddrugs: middelen waarvan de overheid heeft bepaald dat ze te gevaarlijk zijn om te gebruiken.
  • Lichamelijke verslaving: ergens niet meer zonder kunnen, omdat je lichaam protesteert als je het genotmiddel niet gebruikt.
  • Opiumwet: de wet waarin de genotmiddelen staan die als drugs worden beschouwd.
  • Softdrugs: middelen waarvan de overheid heeft bepaald dat ze minder gevaarlijk zijn dan harddrugs.
  • Verslaving: ergens niet meer zonder kunnen.

Slide 29 - Tekstslide

Opdrachten
  • Maak de opdrachten in je werkboek
  • Vitaal burgerschap Thema 1 Leefstijl, Hoofdstuk 2 Genotmiddelen
  • Werkboek pagina 256 tot en met 261

Slide 30 - Tekstslide