wk 43 oefentoets Varen voorbij de horizon

Test jezelf!
Hoofdstuk 1: varen voorbij de horizon

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Test jezelf!
Hoofdstuk 1: varen voorbij de horizon

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf de vragen op die je fout maakt, zodat je later die leerstof nog extra kunt oefenen.

Succes!

Slide 2 - Tekstslide

waarom zijn de specerijen die via de zijderoute komen zo duur?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de zijderoute?
A
Handelsroute over zee
B
Handelsroute over land
C
Handelsroute door de lucht
D
Handelsroute met alleen zijde

Slide 4 - Quizvraag

Wie bereikte in 1488 als eerste Kaap de Goede Hoop in het uiterste zuiden van Afrika?
A
Hendrik de Zeevaarder
B
Bartholomeus Diaz
C
Las Casas de tweede
D
Christoffel Columbus

Slide 5 - Quizvraag

Waneer had Vasco da Gama succes?
A
1324
B
1564
C
1498
D
1124

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een factorij?
A
Versterkt handelsfort
B
Overdekte markt
C
Luxe hotel voor matrozen
D
Fabriek voor zijde

Slide 7 - Quizvraag


Als je eerst geld investeert, om daarna winst te maken noem je dat .. 
A
Driehoekshandel
B
Piraterij
C
Handelskapitalisme
D
Kaapvaart

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de reconquista?

Slide 9 - Open vraag

Wat is een encomienda?
A
Een hele dure Spaanse peper
B
Een Spaans liefdeslied
C
De belangrijkste tempel in het Aztekenrijk
D
Een stuk land in Amerika, bestuurd door een Spaanse edelman

Slide 10 - Quizvraag

Continuiteit of verandering.

De rooms-katholieke kerk wordt sinds zijn ontstaan in de oudheid geleid door één persoon: de paus in Rome.
A
Continuïteit
B
verandering

Slide 11 - Quizvraag

Welke omschrijving past bij de Inca's?
A
Indianenvolk dat verwoest werd door Cortes.
B
Indianenvolk dat een hoogstaande cultuur had in Mexico.
C
Indianenvolk in Zuid-Amerika (Peru) dat een groot en machtig rijk had.
D
Indianenvolk dat in Zuid- Amerika leefde ten tijde van Columbus.

Slide 12 - Quizvraag

Welke beroemde Inca stad ligt nog steeds bewaard in de bergen van Peru?
A
Taj Mahal.
B
Chitzen Itza.
C
Macchu Picchu.
D
El Dorado.

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn Kenmerkende Aspecten?

A
Personen uit de geschiedenis.
B
Periodes in de geschiedenis.
C
Belangrijke gebeurtenissen
D
Ontwikkelingen in de geschiedenis

Slide 14 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past niet bij tijdvak 5 ?

A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
C
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
D
Het begin van de Europese overzeese-expansie

Slide 15 - Quizvraag

wanneer je mening is gevormd door wie je bent, wanneer je leeft en waar je leeft
A
standplaatsgebonden
B
continuïteit
C
bruikbaarheid
D
representativiteit

Slide 16 - Quizvraag

Welk kenmerk behoort niet tot de Inca samenleving?
A
De Inca's hadden een kilometers lang stelsel van verharde wegen
B
De Inca's bouwden grote tempels ter ere van hun goden.
C
De Inca die aan het hoofd van de samenleving stond werd gezien als een incarnatie van de zonnegod Inti
D
De Inca's stonden bekend als een van de meest succesvolle zeevarende stammen in heel Zuid-Amerika.

Slide 17 - Quizvraag

secundaire bronnen
A
zijn geschreven bronnen
B
bronnen die anderen gevonden hebben
C
uit de tijd zelf/ van de persoon zelf
D
uit andere tijden/door tussenpersonen bewerkt.

Slide 18 - Quizvraag


Wat zijn gevolgen van de reis van Columbus?
A
Grote delen van Amerika werden Portugees
B
Veel indianen gingen in Spanje wonen
C
Veel indianen stierven door ziektes die Europeanen meebrachten
D
Steeds minder Europeanen gingen naar Amerika

Slide 19 - Quizvraag

Christoffel Columbus bij zijn aankomst in de Nieuwe Wereld. Gemaakt in 1893
Is dit schilderij een betrouwbare bron? Leg uit.


Slide 20 - Open vraag

Hoe was de route van de reis van Columbus?
A
Via het zuiden langs Afrika
B
Via het noorden langs de Noordpool
C
Naar het westen over de Atlantische Oceaan
D
Via het oosten langs Polen

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de volgende hoort NIET in het rijtje thuis bij de vraag:
Hoe wist Hernan Cortes de Azteken te verslaan?
A
Cortés maakte op een handige manier gebruik van de vreedzame natuur van de Azteken en wist zo hun gebieden op te kopen.
B
De Azteken waren onder de indruk van hem, ze dachten namelijk dat Cortés een god was.
C
Cortés had betere wapens en maakte gebruik van paarden. Iets dat de Azteken niet hadden
D
Cortés kreeg hulp van lokale stammen die ruzie hadden met de Azteken.

Slide 22 - Quizvraag

De Azteken hadden een hoogstaande cultuur omdat:
A
De Azteken veel mensen offerden aan hun goden
B
Cortes ze niet gemakkelijk kon verslaan.
C
De conquistadores de Azteken niet konden vinden.
D
Ze grote steden hadden en sterker waren dan andere Indianenstammen in de buurt.

Slide 23 - Quizvraag

Welke bewering over de ondergang van het Aztekenrijk in Midden-Amerika is onjuist?


A
De economie van het Aztekenrijk was slecht en daardoor kon de Aztekenkeizer geen leger op de been brengen.
B
De Spanjaarden maakten handig gebruik van vijandschappen tussen indiaanse volken en stammen, door vijanden van de Azteken als bondgenoten aan zich te binden.
C
De Azteken werden verrast door de paarden en de vuurwapens van de Spanjaarden.
D
Vele Azteken werden getroffen door besmettelijke ziekten die de Spanjaarden onbewust verspreidden.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de renaissance?
A
Een nieuwe interesse in de kunst en ideeën van de oudheid.
B
Een hervorming in de kerk.
C
D
Karel V werd keizer.

Slide 25 - Quizvraag

Renaissance of Middeleeuwen?
Dit schilderij is of renaissance of middeleeuwen
9.
A
Renaissance
B
Middeleeuwen

Slide 26 - Quizvraag

Welke gevolgen hadden de ontdekkingsreizen voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika?
A
Zij verhuisden massaal naar Europa
B
Ze verjoegen de Europeanen van hun continent
C
Zij stierven massaal door ziekten en geweld
D
Zij werden door de Europeanen als slaven ingezet

Slide 27 - Quizvraag

Wat was een gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
Technische verbeteringen
B
zoeken naar goedkopere handelsroute
C
Verspreiding Europese cultuur
D
Veroveren gebieden in Afrika, Amerika, Azië

Slide 28 - Quizvraag

Lees de 3 feiten over de tijd omstreeks 1500:
A. Europeanen maakten ontdekkingsreizen naar Oost-Azië.
B. Europeanen kregen een winstgevende specerijenhandel met Azië in handen.
C. Europeanen dreven minder handel via de Middellandse Zee.

1. Feit C is een gevolg / oorzaak van feit A.
2. Feit A is een gevolg op korte / lange termijn van feit B.
3. Feit A is een directe / indirecte oorzaak van feit B.
A
1. oorzaak, 2. lange, 3. indirecte
B
1. gevolg, 2. lange, 3. indirecte
C
1. oorzaak, 2. korte, 3. indirecte
D
1. oorzaak, 2. lange, 3. directe

Slide 29 - Quizvraag

Einde!
Heb je van deze vragen minimaal 23 vragen goed, dan ben je  op weg voor een opni.

Heb je vragen? Is iets niet duidelijk? Snap je iets niet? 
Loop dan even bij mij langs.

Slide 30 - Tekstslide