Hoofdstuk 9 - Ziekte en werk

Hoofdstuk 9 - Ziekte en werk
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9 - Ziekte en werk

Slide 1 - Tekstslide

1. Wie is in Nederland verantwoordelijk voor het doorbetalen van het loon van een werknemer tijdens ziekte?
A
De werknemer zelf
B
De zorgverzekeraar
C
De werkgever
D
Het UWV

Slide 2 - Quizvraag

2. Welke van de onderstaande personen heeft in Nederland recht op een Ziektewetuitkering?
A
Een vaste werknemer die ziek is
B
Een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) die ziek is
C
Een uitzendkracht zonder tijdelijk of vast contract die ziek is
D
Een ambtenaar die ziek is

Slide 3 - Quizvraag

3. Welke van de onderstaande voorwaarden moet van toepassing zijn om in aanmerking te komen voor een Ziektewetuitkering?
A
Je moet een vast contract hebben bij je werkgever
B
Je bent ziek geworden, terwijl je geen werkgever (meer) hebt die loon doorbetaalt
C
Je moet minimaal 2 jaar in dienst zijn geweest
D
Je moet ouder zijn dan 25 jaar

Slide 4 - Quizvraag

4. Wat wordt bedoeld met de "nawerking" van de Ziektewet?
A
Dat je na herstel verplicht nog zes weken beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt
B
Dat je opnieuw ziek kunt worden zonder medische herkeuring
C
Dat de uitkering wordt verhoogd na zes weken ziekte
D
Dat je nog recht kunt hebben op een Ziektewetuitkering, ook al is je arbeidsovereenkomst beëindigd

Slide 5 - Quizvraag

5. In welke van de onderstaande situaties heeft een werknemer geen recht op loondoorbetaling bij ziekte?
A
Belemmeren en/of vertragen van genezingsproces
B
De werknemer heeft zich op tijd ziekgemeld en volgt de voorschriften van de bedrijfsarts
C
De werknemer is ziek door zwangerschap
D
De werknemer is ziek door een bedrijfsongeval

Slide 6 - Quizvraag

6. Hoe lang duurt de IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten)?
A
De IVA-uitkering duurt maximaal 2 jaar
B
De IVA-uitkering duurt maximaal 5 jaar
C
De IVA-uitkering duurt maximaal 10 jaar
D
De IVA-uitkering duurt voor onbepaalde tijd, zolang de arbeidsongeschiktheid aanhoudt

Slide 7 - Quizvraag

7. Voor wie is de WGA-uitkering (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) bedoeld?
A
Voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn
B
Voor mensen die tijdelijk of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, maar mogelijk in de toekomst weer (meer) kunnen werken
C
Voor mensen die geen arbeidsverleden hebben
D
Voor mensen die binnen 1 maand na ziekmelding volledig hersteld zijn

Slide 8 - Quizvraag

8. Voor wie is de IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) bedoeld?
A
Voor mensen die slechts een korte tijd ziek zijn en snel weer aan het werk kunnen
B
Voor mensen die tijdelijk gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, maar die naar verwachting volledig kunnen herstellen
C
Voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en niet meer kunnen werken
D
Voor mensen die 25% arbeidsongeschikt zijn en recht hebben op een gedeeltelijke uitkering

Slide 9 - Quizvraag

11. Wat is een kenmerk van de loongerelateerde uitkering bij ziekte of arbeidsongeschiktheid?
A
De uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden dat de werknemer verdiende voordat hij ziek werd en wordt voor een bepaalde periode doorbetaald
B
De uitkering is een vast bedrag, ongeacht het vorige loon
C
De uitkering wordt alleen verstrekt als de werknemer voor de ziekte minimaal 5 jaar in dienst was
D
De uitkering wordt pas verstrekt als de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is (langer dan 2 jaar)

Slide 10 - Quizvraag

10. Wat is het doel van de loonaanvullingsuitkering, en onder welke voorwaarde wordt deze verstrekt?
A
Aanvulling van het loon bij ziekte, zonder werkverplichting
B
Aanvulling van het loon bij privéomstandigheden, zonder werkverplichting
C
Aanvulling van het loon bij WW, zonder werkverplichting
D
Aanvulling van het loon bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, werknemer moet blijven werken

Slide 11 - Quizvraag