Paragraaf 4.2 Europa wordt Christelijk

3.2 Europa wordt christelijk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.2 Europa wordt christelijk

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van het leenstelsel?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

wat weet je al van
Christelijk Europa?

Slide 4 - Woordweb

3.1 Leenheren en leenmannen
Frank
Geschiedenis | 3.2 Europa wordt Christelijk
  • De Romeinen hadden meerdere goden 

  • Na de val van het Romeinse Rijk verdween deze godsdienst

  • In de middeleeuwen kwam het christendom naar Europa

  • Verandering of continuïteit?

Slide 5 - Tekstslide

3.1 Leenheren en leenmannen
Frank
Geschiedenis | 3.2 Europa wordt Christelijk
Verspreiding van het Christendom
  • De belangrijkste persoon in het christendom was de Paus

  • Hij gaf in 690 missionarissen de opdracht om het christendom te verspreiden in Midden- en Noord Nederland 

  • Zuid Nederland was al eerder bekeerd tot het christendom

  • De leider van de missionarissen in Nederland was Willibrord 

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Leenheren en leenmannen
Frank
Geschiedenis | 3.2 Europa wordt Christelijk
Verspreiding van het Christendom
  • Veel Germanen in Nederland geloofden nog in meerdere goden

  • De missionarissen noemden hen heidenen

  • De Germanen kwamen in opstand en staken de kerken van de missionarissen in brand

  • In het jaar 1000 was bijna heel Europa bekeerd tot het christendom

  • De mensen leefden vanaf dat moment zoveel mogelijk zonder zonden

Slide 7 - Tekstslide

maken 
Opdracht 1 en 3 

blz: 70 

Slide 8 - Tekstslide

De rijke kerk
Vorsten en edelen wilden graag in de hemel komen, daarom gaven ze veel geschenken aan de kerk

De kerk werd hierdoor steenrijk.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vermenging culturen
Mensen bleven geloven in Feeën en kabouters

Kerstmis werd gevierd op dezelfde dag als het Midwinterfeest

Pasen werd gevierd op dezelfde dag als het Lentefeest 

De dagen van de week zijn vernoemd naar Germaanse goden 

Slide 11 - Tekstslide

Maken 
opdracht 6

blz 72

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wie?

Slide 14 - Tekstslide

Wat?

Leven in een klooster



  • In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
  • Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.
  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven.




Slide 15 - Tekstslide

Zou jij kunnen leven in een klooster?

Slide 16 - Tekstslide

Maken 
opdracht 7 

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken hele paragraaf 

opdracht 1 t/m 10 

blz: 70 t/m 72

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de uitleg op het juiste begrip!
Klooster
Monnik
Heiden
Geestelijke
Abt
Geestelijke die afgezonderd leeft
Woonplaats van monniken
Hoofd van het klooster
Godsdienstig persoon/leider
Iemand die niet het katholieke geloof heeft

Slide 19 - Sleepvraag

Een lage geestelijke is:
A
de paus
B
een pastoor
C
een bisschop

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van hoog naar laag ?
A
pastoor-paus-bisschop
B
bisschop-pastoor-paus
C
paus-bisschop-pastoor
D
pastoor-bisschop-paus

Slide 21 - Quizvraag

Wie is de baas in een klooster ?
A
de pastoor
B
de monnik
C
de bisschop
D
de abt

Slide 22 - Quizvraag

Wie konden lezen en schrijven ?
A
alle geestelijken
B
alleen monniken
C
alleen bisschoppen
D
alleen de paus

Slide 23 - Quizvraag

In welk jaar kwamen er missionarissen naar Nederland ?
A
690
B
960
C
590
D
760

Slide 24 - Quizvraag

Een "godsdienstig leider" noem je ?
A
een geestelijke
B
een heiden
C
een missionaris

Slide 25 - Quizvraag

Iemand met de opdracht om het christendom te verspreiden noem je ?
A
een heiden
B
een geestelijke
C
een missionaris

Slide 26 - Quizvraag

Iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft, noem je ?
A
een geestelijke
B
een missionaris
C
een heiden

Slide 27 - Quizvraag