oef. 2a, 2b, 4b, 4c (p. 151/153)
2a Bijvoorbeeld: Het gedicht is erg passend, omdat het gedicht gaat over de Vliehors en de woorden die hij in het zand achterlaat. Het gedicht speelt met de betekenis van ‘diepe indruk maken’. Poëzie kan diepe indruk maken op mensen, maar in dit geval maakt het ook letterlijk een diepe indruk, in het zand. Die letterlijke indruk wordt door ‘water aangeraakt’: als het vloed wordt, spoelen de golven over het gedicht heen.
2b De regel heeft een dubbele betekenis: poëzie maakt de diepste indruk, zowel op mensen als in het zand.
4b Met ‘reizigers’ worden satellieten en ruimteschepen bedoeld. Het Engelse ‘voyagers’ staat voor het Voyagerprogramma: een Amerikaans ruimtevaartprogramma waarbij twee onbemande ruimtesondes door de ruimte zweven en ons voorzien van informatie.
4c De regel doet heel kinderlijk aan. Denk aan de kinderliedjes ‘Hoedje van papier’ (‘Een twee drie vier, hoedje van, hoedje van…) en ‘Op een grote paddenstoel (‘… allebei de beentjes, hoepla, in de lucht’).