1.1 numerals

Grammar
Boek: 3/4
1.1 Numerals 
Doel: Je maakt kennis met Numerals 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBO

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar
Boek: 3/4
1.1 Numerals 
Doel: Je maakt kennis met Numerals 

Slide 1 - Tekstslide

Numerals/telwoorden
  • hoofdtelwoorden
  • spelling
  • grote getallen
  • rangtelwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdtelwoorden
  • Als iets één of twee keer gebeurt, zeg je once en twice (I saw him twice). Vaker zeg je het aantal keer én times erachter: four times.
  • De op één na …ste is second (best, last); de op twee na …ste is third (biggest, fastest). Je gebruikt in het Engels dan een rangtelwoord (zie verderop).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

miljoen en meer

Miljoen, miljard enzovoort krijgen net als honderd- en duizendtallen altijd a of one.

                                                              Dit kan (vooral bij economische                                                                      en medische onderwerpen) grote                                                                fouten opleveren in vertaling!



 

 

miljoen
Million
Miljard
Billion
Biljoen
trillion
Biljard
Quadrillion

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdtelwoorden: punten en komma’s

  • Bij getallen van vier of meer cijfers gebruik je een komma als scheidingsteken. > 1,855 > 20,367,110
  • Om decimalen aan te geven, gebruik je een punt.
1.2 > 15.75 > 20,367,110.58

Dit is precies tegenovergesteld aan het Nederlands!
€12,95 = £11.46 = $16.08

 

Slide 8 - Tekstslide

Rangtelwoorden
Rangtelwoorden geven de ‘zoveelste’ aan, dus de rang in een reeks:
  • (alles eindigend op) één wordt first twenty-first
  • (alles eindigend op) twee wordt second fifty-second
  • (alles eindigend op) drie wordt third eighty-third
  • de rest eindigt allemaal op -th fourth, seventeenth

Uitzonderingen in spelling met -th: woorden op -e verliezen deze (twelfth); -y wordt -ieth (fiftieth).

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Nu Engels 1.1
ex. 3 + 5
Gram 16 + extra gram 16


Slide 11 - Tekstslide