E&O Administratie H2

E&O Administratie H2
Welkom bij de les   "Een bedrijf starten of overnemen" 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

E&O Administratie H2
Welkom bij de les   "Een bedrijf starten of overnemen" 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?

Herhalen h2: starten van een bedrijf

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf in het kort op wat je al weet van hoofdstuk 2.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Noem 3 dingen waar je over na moet denken als je een eigen bedrijf begint?
• Wat ga ik maken
• Waar haal ik het geld vandaan
• Hoe ga ik mijn product verkopen
• Naam van het bedrijf
• Inkoop van producten
• De prijzen van producten

Slide 6 - Open vraag

LEG UIT WAT RECHTSVORMEN ZIJN EN GEEF TWEE VOORBEELDEN
a. Het juridische jasje van de onderneming.
b. Bijvoorbeeld: eenmanszaak, VOF, BV, NV.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de 6 belangrijkste woorden (begrippen) bij het schrijven van een marketingplan?
Prijs, product, plaats, personeel, promotie en presentatie

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide


A
Hanneke maakt het komend jaar € 8.000 - € 2.800 - € 2.000 = € 3.200 nettowinst
B
Hanneke maakt het komend jaar € 5.500 - € 4.000 = € 1.500nettowinst
C
Haar tante moet nog € 8.000 - € 2.800 - € 2.000 = € 3.200 geven
D
Haar tante moet nog € 5.500 - € 4.000 = € 1.500 geven

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het voordeel en wat is het nadeel van het starten met een eenmanszaak of een VOF?
Voordeel: Makkelijk, alleen inschrijven bij de KvK
Nadeel: Persoonlijk met gehele prive vermogen aansprakelijk als het mis gaat

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Kan je als ZZP'er met een eenmanszaak beginnen? En met een BV?
A
Wel met een eenmanszaak, niet met een BV
B
Kan allebei
C
Wel met een BV maar niet met een eenmanszaak
D
Kan allebei niet

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide