Formuleren H3/Formuleren H6, les 1

Programma
1) Bespreken huiswerk
2) Vragen
3) Symmetrie in zinnen
4) Oefenen met LessonUp
5) Huiswerk

Donderdag afronden lesstof, maandag oefentoets! Een week later (25 maart) volgt de toets.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
1) Bespreken huiswerk
2) Vragen
3) Symmetrie in zinnen
4) Oefenen met LessonUp
5) Huiswerk

Donderdag afronden lesstof, maandag oefentoets! Een week later (25 maart) volgt de toets.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1) Je herkent een foutieve samentrekking, je kunt de fout benoemen en je kunt deze verbeteren. 
2) Je weet hoe je zinnen juist moet begrenzen. 
3) Je leert een beknopte bijzin  herkennen en je leert wanneer deze fout is en hoe je die dan kunt verbeteren.
4) Je kunt symmetriefouten in een zin herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken opdr. 3 Grammatica H3, blz. 95
  • 1 Omdat hij zich ergerde aan de meiden die voortdurend zaten te giechelen, stuurde de docent...
  • 2 ... verbeeldt Maja zich dat ze een goede zangeres is.
  • 3 ...zojuist om op tijd thuis te komen?
  • 4 Terwijl hij luid schaterde om de door Rex vertelde mop, schonk Johan...
  • 5 Lopend door de kamers van de woning, werden de jonggehuwden...
  • 6 ... zei de rechter de enig juiste beslissing te hebben genomen.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdr. 1 Grammatica H3, blz. 98-99
  • 1 Ow hz = de helikopter van de president/ Denkbeeldig ow is de president: fout
  • 2 ow hz = de zwaarbeladen ezels/denkbeeldig ow = de zwaarbeladen ezels: goed
  • 3 ow hz= de voorstelling/denkbeeldig ow = bijv. mensen: fout
  • 4 ow hz= de macaroni met zalm/denkbeeldig ow= bijv. ik: fout
  • 5 ow hz = de bus/denkbeeldig ow = bijv. de passagier: fout
  • 6 ow hz = ik/denkbeeldig ow = ik: goed

Slide 4 - Tekstslide

Vragen over de beknopte bijzin?

Slide 5 - Tekstslide

Symmetrie in zinnen
Bij een opsomming in een zin moeten de delen van de zin symmetrisch zijn.
Er moet in alle delen van de zin bijvoorbeeld sprake zijn van enkelvoud OF meervoud, de tegenwoordige tijd OF de verleden tijd.

Daarnaast moeten de delen van de zin dezelfde grammatica vorm hebben. De delen moeten allemaal een hoofdzin OF een bijzijn OF een beknopte bijzin OF een woordgroep zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe herken je hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin en woordgroep?
Een hoofdzin wordt voorafgegaan door een nevenschikkend voegwoord (en, maar, dus, of, want) en onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar in de zin.
Ik ga morgen naar de stad, want ik wil de nieuwe expositie in het museum zien.
Wij gaan op vakantie en onze buurjongen gaat mee.

Een bijzin wordt meestal voorafgegaan door een onderschikkend voegwoord of 'dat' en het onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar OF er kan iets tussen.
Ik ga op vakantie naar Frankrijk, omdat ik het land ontzettend mooi vind.
Terwijl zij  sliep, hebben haar ouders de huiskamer versierd.
Terwijl zij (urenlang) sliep, hebben haar ouders de huiskamer versierd.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe herken je hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin en woordgroep?
Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp en persoonsvorm in de zin, maar een constructie met een vd, od of 'te + infinitief'.
Lachend om de grap,  viel zij van haar stoel.
Gewezen op de fout, verbeterde hij deze snel.
Na gefietst te hebben, zweetten zij zich een ongeluk.

Een woordgroep heeft geen werkwoord maar bestaat uit bijvoorbeeld zn ,bv, lw, vz ....
de vriendelijke, lachende jongen
een herhaling van zetten
ter voorkoming van meer ongelukken


Slide 9 - Tekstslide

Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.

'een meerderheid aan stemmen' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 10 - Quizvraag

Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.

'dat iedereen voor 10 april stemt' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 11 - Quizvraag

Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.

'om les te krijgen' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 12 - Quizvraag

Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.

'voor de gezelligheid' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.

'omdat het genre me niet aanspreekt' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 14 - Quizvraag

Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.

'en ik ben geen fan van de schrijver' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 15 - Quizvraag

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 1) Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.
  • woordgroep en bijzin
  • 2 woordgroepen: ...een meerderheid aan stemmen en een stemming voor 10 april
  • 2 bijzinnen: ...dat de meerderheid voor ons stemt en dat iedereen voor 10 april stemt.

Slide 16 - Tekstslide

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 2) Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.
  • beknopte bijzin en woordgroep
  • 2 beknopte bijzinnen: ... om les te krijgen en om het gezellig te hebben.
  • 2 woordgroepen: ... voor de lessen en voor de gezelligheid.


Slide 17 - Tekstslide

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 3) Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.
  • bijzin en hoofdzin
  • 2 bijzinnen: ... omdat het genre me niet aanspreekt en omdat ik geen fan ben van de schrijver.
  • 2 hoofdzinnen: ..., want het genre spreekt me niet aan en ik ben geen fan van de schrijver.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maak opdracht 3 van Formuleren H3 op blz. 99 (beknopte bijzin)
  • Maak opdracht 1 van Formuleren H6 op blz. 193 (symmetrie)


Slide 19 - Tekstslide