In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.4 Zwanger worden
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Korte herhaling Menstruatiecyclus
- Zwanger worden
- Zwangerschap
Slide 2 - Tekstslide
Menstruatiecyclus. In welke periode vindt de ovulatie plaats?
A
periode A
B
periode B
C
periode C
D
periode D
Slide 3 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 4 - Tekstslide
Na de ovulatie zal de eicel bevrucht moeten worden, wil een vrouw zwanger worden. Hiervoor is geslachtsgemeenschap nodig met een man. Dat kan alleen als een man een .... heeft:
Slide 5 - Tekstslide
Erectie
De penis kan stijf worden, dit heet een erectie.
Dit wordt veroorzaakt doordat de zwellichamen zich met bloed vullen.
Slide 6 - Tekstslide
Zwellichamen vrouw
Slide 7 - Tekstslide
De route van een zaadcel:
teelballen
bijbal
prostaat
zaadblaasjes
zaadleider
urinebuis
Slide 8 - Sleepvraag
Geslachtsgemeenschap en zaadlozing
Bij geslachtsgemeenschap brengt een man zijn stijve penis in de vagina van een vrouw
Wanneer een man 'klaarkomt' en een zaadlozing krijgt, komt sperma uit zijn penis (en in de vagina van de vrouw terecht).
Een zaadlozing bevat 100-400 miljoen zaadcellen
Slide 9 - Tekstslide
eicel
Wat is de vervolgroute van een zaadcel?
vagina
baarmoedermond
baarmoeder
eileider
Slide 10 - Sleepvraag
Next: bevruchting.
Wat is bevruchting? En waar vindt dit plaats?
Slide 11 - Open vraag
Bevruchting
De bevruchting vindt in de eileider plaats.
Kern van een zaadcel smelt samen met de kern van een eicel.
Eicel bevat veel reservevoedsel voor de eerste celdelingen na bevruchting, hierdoor ontstaat een klompje cellen
Slide 12 - Tekstslide
Eerste delingen foetus:
Slide 13 - Tekstslide
Innesteling
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.
De vrouw is danzwanger.
Slide 14 - Tekstslide
Weet je dit misschien al? Hoe noemen we het kind in de eerste weken? En na acht weken?
Slide 15 - Open vraag
Zwangerschap
Slide 16 - Tekstslide
Zwangerschap
Slide 17 - Tekstslide
Placenta en navelstreng
De foetus is door de navelstreng verbonden
met de placenta.
In de placenta stroomt bloed van de moeder
vlak langs het bloed van de foetus:
Zuurstof en voedingsstoffen van de moeder naar de foetus naar de foetus
Afvalstoffen van de foetus naar de moeder
Slide 18 - Tekstslide
Vruchtvliezen en vruchtwater
Om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
Binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater
Vruchtwater beschermt tegen stoten, temperatuurswisselingenenuitdrogen
Slide 19 - Tekstslide
Prenataal onderzoek
Onderzoek naar de foetus
Vier vormen van prenataal onderzoek zijn:
Echoscopie
NIPT
Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Leerdoelen - check
Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.