3HV H4 Paragraaf 3 en 4 Opbrengsten en kosten

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 en 4 Opbrengsten en kosten

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 en 4 Opbrengsten en kosten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Paragraaf 3:
Je kunt een resultatenrekening lezen.
Je kunt een resultatenrekening opstellen aan de hand van gegeven kosten en opbrengsten.
Paragraaf 4:
Je kunt begrippen en vaardigheden uit dit hoofdstuk in combinatie toepassen in nieuwe praktijksituaties.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
een Debiteur, wat is dat?, een Crediteur, wat is dat? en het Eigen Vermogen, wat is dat?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat is hier in de onderstaande mutatiebalans nu precies gebeurt? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
1.500
omzet
2.000
rente
250
rente
500
afschrijvingen
500
winst
Verlies
totaal
totaal
2.500
250
2.500

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. Het laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand komt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Het verschil tussen opbrengsten en kosten, het saldo, wordt aan die kant van de resultatenrekening opgenomen waar je een bedrag tekort komt om het totaal van de linkerkant en de rechterkant weer gelijk te krijgen.
Bij een resultatenrekening geldt dus: beiden kanten moeten gelijk zijn, net zoals bij een balans!


Slide 8 - Tekstslide

Resultatenrekening gebruiken van dia 8
Resultatenrekening
Resultatenrekening: in een bepaalde periode.
Balans: Op een bepaald moment.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening:
- Heeft een linker (kosten) en een rechterzijde (opbrengsten)
- Het is geen momentopname, maar een lopende rekening               (stroomgrootheid) 
- De resultatenrekening is altijd in evenwicht.
- Laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand     komt (winst of verlies)

    Slide 10 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is een ander woord voor een winst-en-verliesrekening
    A
    Resultatenrekening
    B
    Balans
    C
    resultatenbegroting
    D
    investeringsbegroting

    Slide 11 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Een balans bevat voorraadgrootheden en de resultatenrekening stroomgrootheden
    A
    Juist
    B
    Onjuist

    Slide 12 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Een voorbeeld van een stroomgrootheid is / zijn.....
    A
    loonkosten
    B
    voorraden
    C
    kasgeld
    D
    debiteuren

    Slide 13 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Als een bedrijf afschrijvingskosten heeft zal er iets veranderen op..
    A
    de balans
    B
    de resultatenrekening
    C
    zowel de balans als de resultatenrekening
    D
    niets

    Slide 14 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Opdrachten maken






    Kijk in je studiewijzer met welke opdrachten je aan de slag kunt.

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies