Persoonsvorm en onderwerp

Persoonsvorm en onderwerp
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm is een werkwoordsvorm
In welke tijd?

Slide 2 - Tekstslide

De persoonsvorm is nauw verbonden aan het onderwerp van de zin.
  1. De jongen fietst naar school. 
  2. De jongens fietsten naar school.
  3. Met z'n allen zijn zij naar school gefietst.

    De persoonsvorm laat ook zien in welke tijd de zin staat.

Slide 3 - Tekstslide

Controle PV
  1. PV en onderwerp zijn beide enkelvoud of beide meervoud
  2. Andere tijd zetten
  3. Vragend maken

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
In samengestelde zinnen staan meer persoonsvormen en onderwerpen.

Hoewel Jesse een goede sollicitatiebrief heeft geschreven, is hij toch niet aangenomen en dat vindt zijn vriendin heel erg jammer.

Slide 5 - Tekstslide

Hoewel Jesse een goede sollicitatiebrief heeft geschreven, is hij toch niet aangenomen en dat vindt zijn vriendin heel erg jammer.
Hoeveel persoonsvormen heeft deze zin en welke zijn dat?

Slide 6 - Open vraag

Hoewel Jesse een goede sollicitatiebrief heeft geschreven, is hij toch niet aangenomen en dat vindt zijn vriendin heel erg jammer.
Wat zijn de onderwerpen in deze zin

Slide 7 - Open vraag

Boris leidde Ernst de hele tijd af.

Wat is de PV en Onderwerp?
A
Leidde, Boris
B
Leidde af, Boris
C
Leidde, Ernst
D
Leidde af, Ernst

Slide 8 - Quizvraag

De zus van Marije moet deze week boodschappen doen?
PV en Onderwerp?

Slide 9 - Open vraag

Wat heb ik nu weer gehoord over je broer?
PV en Onderwerp?

Slide 10 - Open vraag

Wanneer je niet snel reageert, is het niet meer mogelijk te komen.
PV en Onderwerp?

Slide 11 - Open vraag

Zijn jullie van het weekend nog weggeweest?
PV en Onderwerp?

Slide 12 - Open vraag

Bedenk goed wat je morgen wil zeggen tijdens je sollicitatiegesprek!
PV en Onderwerp?

Slide 13 - Open vraag