pro/pedagogiek 3.6

• pedagogiek
• HBO
• Studiejaar 2

Pedagogiek 

module 3, 

bijeenkomst 6

Wat gaan we doen?

• Check in
• Mededelingen en inventariseren
• Presentatie Niels
• Casussen stage
• Presentatie Brian 
• Aan de slag met PM2
• Pauze
• Herhaling theorie pedagogiek
• Teachtechnieken
• Inleveren van portfolio
• Feedback geven op elkaars lessenserie
• Afronden en vragentijd

Check in

1. opgewekt en energie
2. positief
3. weinig energie
4. terneergeslagen

mededelingen en inventarisatie

• versnelling
• donderdag 23 december 20.00-22.00 Wie is aanwezig?
• donderdag 13 januari presentaties. Hoe gaan we het doen?
• stage volgende week 

Eigen inbreng

• Presentatie Niels
• Casussen stage
• Presentatie Brian

PM2 

• uitleg van de opdracht
• 10 min. zelf aan de slag
• 10 min. in 2-tallen  
• terugkoppeling

Pauze

Namen van
ontwikkelingspsychologen
die horen bij
behaviorisme

Ontwikkelingspsychologen

Erikson

 Spanningsveld tussen de behoeften en wensen van het kind als individu en de voortdurend veranderende eisen van de sociale omgeving tijdens de ontwikkeling.

Skinner

• Beloon gewenst gedrag. Het gedrag zal dan vaker worden getoond.
  
• Negeer ongewenst gedrag. Het gedrag zal dan minder vaak worden getoond en uitdoven.
  
• Straf gedrag alleen als het gevaarlijk is of anderszins meteen moet stoppen. Straffen helpt namelijk alleen om het gedrag te stoppen, je leert er verder weinig van. Het geeft immers niet aan wat je dan wél moet doen.

Kohlberg: morele ontwikkeling

• Het preconventionele stadium. Kinderen gedragen zich volgens de geldende regels en houden rekening met straf en beloning. De regels zijn dus nog niet geïnternaliseerd.
  
• Het conventionele stadium. Kinderen nemen de regels over. Zij zien de waarde die achter de gestelde norm ligt.
  
• Het postconventionele stadium. In de adolescentieperiode ontwikkelen jongeren morele principes, die los staan van de standpunten van opvoeders en leeftijdsgenoten. 

Jonge kinderen zien regels als absoluut en onveranderlijk. Dit wordt ook wel moreel realisme genoemd. De kleuterperiode is enorm belangrijk als het gaat om gewetensvorming. Als kinderen ouder worden, zien ze dat regels door mensen gemaakt zijn. Dit heet ook wel autonome moraliteit. 

Er is veel kritiek gekomen op de theorie van Kohlberg, vooral als het gaat om de opeenvolging van de stadia. De waarde van Kohlbergs theorie is dat hij laat zien hoe kinderen moreel redeneren.

Wat hoort er niet bij Vygotsky?

1. EDI
2. onderzoekend leren
3. thematisch werken
4. zone van naaste ontwikkeling

Uit welke 3 componenten
bestaat de motivatietheorie
van Luc Stevens?

Wat zijn de 4 basisprincipes
van coöperatief leren?

Basisprincipes van coöperatief leren

• Gelijke deelname.
  
• Individuele aanspreekbaarheid.
  
• Positieve wederzijdse afhankelijkheid.
  
• Simultane interactie.

Wat zijn valkuilen
bij observeren?

valkuilen bij observeren

-Eigen mening, visie, idealen, referentiekader​

-Emotionele betrokkenheid (subjectiviteit)​

-Halo-effect (sympathie-effect > positieve eigenschappen) ​

-Horn-effect (antipathie-effect > negatieve eigenschappen)​

-Vooroordeel (stereotypering)​

-Projectie (de ander jouw gedachten, gevoelens, etc toeschrijven)

Differentiëren = observeren​

• Spelen is de drager van de ontwikkeling​
  
• Goed volgen van de ontwikkeling​
  
• Goed en wendbaar pedagogisch handelen​
  
• Goede klassenorganisatie​
  
• Goed en wendbaar didactisch handelen​
  
• Kennis van ontwikkeling​

Didactisch middel

• Middel geen doel!
  
• Technieken om lln beter te
  

laten worden, werken aan karakter en klascultuur (management)

• inoefenen van patronen

Inleveren portfolio

• Vormcriteria schriftelijk werk document op de portal. 
• Korte cursus word en Apa op de portal
• Maak gebruik van het format en maak gebruik van deze volgorde en hulpvragen.
• Bekwaamheidseisen; graag waar stond je en waar sta je nu
• https://www.scribbr.nl/category/apa-stijl/
• Stuur werk naar elkaar voor feedback binnen je leerteam.

Feedback geven

'Minder onderwijzen, meer leren' blz. 115-117

    Goede feedback is...

• Gericht op het procesniveau en zelfregulatieniveau.
  
•  Duidelijk en concreet
  
•  Behapbaar
  
• Eenvoudig als maar kan
  
• Zo objectief mogelijk (bij voorkeur geschreven)

Aan de slag

• Verdeel jezelf in groepjes van 3
• Pak de toetsdoelen erbij( reader blz 13)
• Pitch je lessenserie
• Stel kritische vragen aan diegene die pitch