oefenen Marketing les M7 - M12

welke marketingcommunicatie instrumenten kan het bedrijf inzetten om de inzet van medewerkers te bevorderen?
A
persoonlijke verkoop
B
sales promotion
C
PR van het product
D
winkelcommunicatie
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
MarktonderzoekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

welke marketingcommunicatie instrumenten kan het bedrijf inzetten om de inzet van medewerkers te bevorderen?
A
persoonlijke verkoop
B
sales promotion
C
PR van het product
D
winkelcommunicatie

Slide 1 - Quizvraag

welke marketingcommunicatie instrumenten kan het bedrijf inzetten om naamsbekendheid van een product te verkopen waarbij het bedrijf geen/weinig geld investeert?
A
direct marketing
B
sales promotion
C
PR van het product
D
free publicity

Slide 2 - Quizvraag

2021 was het jaar dat Etos verlies leed. Het management besluit dat ze in 2022 willen groeien met minimaal 2%. Om dit te bereiken willen ze verschillende salespromotion activiteiten inzetten. Welke groeistrategie van Ansoff gaan ze gebruiken?
A
diversificatie
B
marktontwikkeling
C
productontwikkeling
D
marktpenetratie

Slide 3 - Quizvraag

Hema heeft besloten om eind 2020 een team op te stellen die continue bezig is met innoveren. Het budget is 100.000 euro per jaar. met dit product verwacht de Hema minimaal 10 producten die verkocht gaan worden in een nieuwe markt. Welke groeistrategie van Ansoff gaan ze gebruiken?
A
diversificatie
B
marktontwikkeling
C
productontwikkeling
D
marktpenetratie

Slide 4 - Quizvraag

Het nederlandse bedrijf Zwitsal begeeft zich op de voor haar nieuwe markt van babyverzorgingsproducten. In deze markt wil Zwitsal zich onderscheiden door zich te richten op de USP van de producten. Welke strategie van Porter hanteert zij?
A
cost leader strategy
B
differentation strategy
C
focus strategy
D
focus cost strategy

Slide 5 - Quizvraag

The Body Shop introduceert een nieuwe creme gericht op zowel mannen als vrouwen die 24 uur bescherming biedt. Van welke merkstrategie is er sprake?
A
lijnextensie
B
merkextensie/brand extension
C
multibranding
D
nieuwe merken

Slide 6 - Quizvraag

de concurrentiestrategie van Porter bestaat uit verschillende strategieen. Welke strategie hanteert de Lidl?
A
cost leader strategy
B
differentation strategy
C
focus strategy
D
focus differientation strategy

Slide 7 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. marktontwikkeling is het introduceren van een nieuw product in een bestaande markt.
2. marktpenetratie is het ontwikkelen van bestaande producten in een nieuwe markt
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. Dolce & Gabbana wil vanaf 2018 een nieuw product op de markt gaan brengen onder de naam Dolce & Gabbana. Het bedrijf gebruikt de merkstrategie: Merkextensie/brand extension
2. Lijnextensie betekent dat een bedrijf een bestaand product gaat verkopen onder een bestaande merknaam
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Het management van Zara besluit dat het in 2022 minimaal moet groeien met 8%. Om dit te bereiken willen ze nieuwe producten op de huidige markt brengen. Welke groeistrategie van Ansoff gaat Zara gebruiken?
A
diversificatie
B
marktontwikkeling
C
productontwikkeling
D
marktpenetratie

Slide 10 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. bij kostengeorienteerde prijsstrategie wordt de prijs bepaald door de kosten die zijn gemaakt.
2. bij vraag georienteerde prijsstrategie wordt de prijs bepaald door te kijken naar de concurrenten
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

welke 3 situaties zijn er waarin je de kostengeorienteerde prijsstelling kan inzetten
A
marktleider, monopolie, nieuw product
B
marktleider, oligopolie, nieuw product
C
marktpartij, monopolie, nieuw product
D
marktpartij, oligopolie, vernieuwd product

Slide 12 - Quizvraag

Prijsdifferentiatie is 1 van de 3 onderdelen van de kostengeorienteerde prijstelling, dat is:
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

hebben wij het over kostprijs plus opslagen=verkoopprijs, dan hebben we het over:
A
snob pricing
B
target pricing
C
cost plus pricing
D
prijsdifferentiatie

Slide 14 - Quizvraag

bij psychologische prijzen en prijsdiscriminatie spreken we van een:
A
vraaggeorienteerde prijsstelling
B
concurrentie georienteerde prijsstelling
C
aanbod georienteerde prijsstelling
D
prijsgeorienteerde prijsstelling

Slide 15 - Quizvraag

het prijsniveau waaronder of waarboven een relatief grote verandering in de omvang van de vraagt optreedt heet:

A
gebruikelijke prijs
B
snob pricing
C
ansoff pricing
D
prijsdrempel

Slide 16 - Quizvraag

Transavia bepaalt de verkoopprijs door te kijken naar de concurrent KLM. Welke strategie hanteert Transavia?
A
me-too pricing
B
put-out pricing
C
stay-out pricing
D
backward pricing

Slide 17 - Quizvraag

Bij you-too pricing spreekt met van een concurrentie georienteerde prijsstelling
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

de concurrentiegeorienteerde prijsstelling kent 4 soorten pricing
A
forward/me-too/put-out/stay-out pricing
B
backward/me-too/put-out/put-in pricing
C
backward/me-too/put-out/stay-out pricing
D
backward/me-too/put-out/stay-in pricing

Slide 19 - Quizvraag

Verkoopprijs gebaseerd op de prijs van de concurrentie, waarbij een kapitaalkrachtige en en agressieve marktleider zijn prijs – tijdelijk – sterk verlaagt om kleinere concurrenten uit de markt te werken heet:
A
put-out pricing
B
stay-out pricing
C
me-too pricing
D
backward pricing

Slide 20 - Quizvraag

bij een oligopolie heb je:
A
veel aanbieders, veel afnemers
B
weinig aanbieders, veel afnemers
C
weinig aanbieders, weinig afnemers
D
weinig klanten, veel afnemers

Slide 21 - Quizvraag

pioneer pricing kent 2 methodes:
A
skimming the market strategie en afroomprijsstrategie
B
hit and run strategie en penetratiestrategie
C
BAS strategy and sound bar strategy
D
afroomprijsstrategie en penetratiestrategie

Slide 22 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. bij directe distributie wordt gebruik gemaakt van een tussenhandel.
2. bij indirecte distributie maakt het bedrijf gebruik van een tussenhandel als van een winkel waar de klant het product rechtstreeks kan kopen
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Ace and Tate is een bedrijf dat bekend staat om kwaliteitsbrillen tegen een eerlijke prijs. Ze kiezen ervoor om de producten in door hun geselecteerde winkels te verkopen. Welke intensiteit van het distributiekanaal gebruiken ze?
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
unieke distributie
D
exclusieve distributie

Slide 24 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. Tim is veganist en koopt zijn producten rechtstreeks bij de fabrikant. Hij maakt dus gebruik van directe distributie
2. als een product verkocht wordt via een tussenhandel dan noemt men dit indirecte distributie. Bij deze lengte zijn er 2 varianten, kort en lang
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 25 - Quizvraag

The Avocado Show is een restaurant dat alle gerechten bereidt door het gebruik van een avocado. Dit restaurant is gevewstigd in Amsterdam en is het 1e avocado restaurant van Europa. Welke intensiteit van het distributiekanaal gebruiken zij?
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
unieke distributie
D
exclusieve distributie

Slide 26 - Quizvraag

De producten van de Avocado Show komen rechtstreeks van de fabrikant en vervolgens verwerkt in het restaurant tot een gerecht. Welke lengte van het distributiekanaal wordt gebruikt?
A
directe distributie
B
indirect kort distributie
C
indirect lang distributie
D
duale distributie

Slide 27 - Quizvraag

Een bedrijfskolom bestaat uit verschillende onderdelen. Bij 1 van de onderdelen wordt het assortiment in kleine hoeveelheden van relatief veel leveranciers ingekocht en wordt vervolgens verkocht aan relatief grote hoeveelheden aan relatief weinig afnemers, bv koffie. Welke onderdeel van de bedrijfskolom wordt hier beschreven?
A
collecterende handel
B
distribuerende handel
C
fabrikant
D
winkel

Slide 28 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. een voorbeeld van intensieve distributie zijn convenience goods
2. producten die verkocht worden op zoveel mogelijk plaatsen noemt met intensieve distributie
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Apple brengt in september 2022 een nieuwe telefoon op de markt. Apple noemt dit product Iphone+. De Iphone+zal alleen verkocht worden in de Apple store in Amsterdam. Welke intensiteit van het distributiekanaal gebruikt Apple?
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
unieke distributie
D
exclusieve distributie

Slide 30 - Quizvraag

De Fidget Spinner wordt door het bedrijf Erotica verkocht via verschillende tussenhandels. Erotica richt haar pijlen voornamelijk op de tussenhandel en geeft daarom een korting van 10% bij het verkopen van de producten in de winkel. Welke strategie hanteert het bedrijf?
A
push strategie
B
pull strategie
C
combinatie van push en pull strategie
D
salespromotion

Slide 31 - Quizvraag

Indien een bedrijf ervoor kiest om meer te verkopen van hetzelfde product. Welke verkoopmogelijkheden biedt het bedrijf dan aan?
A
cross selling
B
deep selling
C
up selling
D
diep selling

Slide 32 - Quizvraag

Blistex lippenbalsem wil in de winter dmv sales promotion hun product promoten. Doel is zoveel mogelijk te verkopen en laten zien dat het overal te koop is. Welke intensiteit van het distributiekanaal gebruiken ze?
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
unieke distributie
D
exclusieve distributie

Slide 33 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. afroomprijsstrategie wordt vooral gebruikt door bedrijven die een hoge naamsbekendheid hebben. Dit komt omdat je bij deze strategie begint met een hoge prijs en langzaam de prijs verlaagt
2. penetratiestrategie begint met een hoge prijs en verlaagt langzaam de prijs.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. indien een bedrijf gebruik maakt van de push strategie dan richt het bedrijf zich op de tussenhandel en niet rechtstreeks op de klant.
2. indien een bedrijf gebruik maakt van de pull strategie dan richt het bedrijf zich rechtstreeks op de klant en niet op de tussenhandel
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 35 - Quizvraag