3.4 Nederlandse Cultuur

Planning 
Nederlandse cultuur, symbolen, 
helden, rituelen.
Aan de slag!


Leerdoel: Je kunt voorbeelden noemen van de Nederlandse cultuur, je weet wat symbolen, helden en rituelen zijn. 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning 
Nederlandse cultuur, symbolen, 
helden, rituelen.
Aan de slag!


Leerdoel: Je kunt voorbeelden noemen van de Nederlandse cultuur, je weet wat symbolen, helden en rituelen zijn. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

1. Ga naar Teams -> maak een account voor Quizlet en oefen met de set

Daarmee klaar? Maak de online oefentoets


timer
30:00000

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Nakijken 3.3 en 3.4

Aan de slag met Quizlet
timer
30:00000

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Cultuur: de manier waarop mensen leven.

Bestaat uit vier kenmerken:
Taal
Geloof
Gewoonten
Gebruiksvoorwerpen



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van Nederlandse cultuur?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onze gewoontes: bv: Kringverjaardag

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onze taal: Nederlands

Dezelfde taal spreken is een vorm van communicatie, maar ook lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen zijn onderdeel van communicatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onze tradities: bv: Sinterklaas

Communicatie is ontzettend belangrijk binnen een cultuur.
Een gemeenschappelijke taal is een vorm van communicatie, maar ook lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen zijn onderdeel van communicatie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onze gerechten: bv: Stroopwafels

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen, helden en rituelen
Symbool: woorden, tekens en voorwerpen met een belangrijke betekenis voor een cultuur.

Helden: personen die belangrijk zijn voor een cultuur.

Rituelen: dingen die gedaan worden in een cultuur, bijvoorbeeld tijdens een feestdag. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

symbool
held
ritueel

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie jij een symbool in de klas?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Nakijken 3.3
timer
20:00000

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning 
Normen, waarden, feiten, meningen
Nakijken 3.3 en 3.4



Leerdoel: Je kent het verschil tussen meningen en feiten, normen en waarden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden en normen
Waarden = iets dat jij belangrijk vindt
Normen = de gedragsregel die daar uit voortkomt. 

Bijvoorbeeld: w= gezondheid / n= ik sport drie keer per week

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Norm of waarden?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm of waarde?
Iemand aankijken tijdens een gesprek.
A
Norm
B
Waarde

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm of Waarde?
Handen schudden?
A
Norm
B
Waarde

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm of waarde?:
Vrijheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Honden zijn leuke huisdieren
A
Feit
B
Mening

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

VOOROORDELEN 

Slide 23 - Tekstslide

Een vooroordeel kan leiden tot discriminatie!
Een vooroordeel is:
A
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
B
Een oordeel over iets of iemand terwijl je wel de feiten kent
C
Een mening over iets of iemand met heldere argumenten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken opdracht  1 tm 12 van 3.4
Klaar? 
Klaar? Leer voor SO
timer
20:00000

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je eerst?

Maak zelf de startopdrachten in NOVA over Water (H3) en het Heelal (H7). 
Je werkt alleen en stil.


Klaar?
Ga in je groepje zitten. 
Maak een woordweb over wat je al weet over het onderwerp Water en Heelal. 

Doe dit op een A4tje. Noteer je teamnaam en de namen van jezelf erbij. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies