1LA 6 januari (JRL)

Wat hebben we al gezien?
Onderwerpsrijtje
Lijdend voorwerprijtje
Persoonsvorm
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben we al gezien?
Onderwerpsrijtje
Lijdend voorwerprijtje
Persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Op welke letter eindigt de persoonsvorm voor hij/zij/het in het Latijn?
A
s
B
a
C
m
D
t

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de vorm voor het onderwerp van populum?

Slide 3 - Open vraag

Wat is lijdend voorwerpvorm van bellum?
A
bellus
B
bellum

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de lijdend voorwerpsvorm van dea?

Slide 5 - Open vraag

Samenvattend
De eerste vorm van de naamwoorden is het onderwerp (of naamwoordelijk deel v/h gezegde > vorm van 'zijn')
Eindigt op -us, -a of -um
De tweede vorm is het lijdend voorwerp
Eindigt op -um, -am of -um

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe grammatica
De vorm voor het onderwerp wordt in het Latijn de nominativus genoemd.
De vorm voor het lijdend voorwerp wordt in het Latijn de accusativus genoemd.
De nominativus en accusativus noemen we naamvallen.

Slide 7 - Tekstslide

Drie groepen in het Latijn
Op -a groep 1 (de a-groep): filia, filiam
                                                         dea, deam 
Op -us groep 2 (de us-groep): filius, filium
                                                               deus, deum
Op -um groep 2 (de um-groep): bellum, bellum
                                                                  templum, templum

Slide 8 - Tekstslide

En nog een restgroep
groep 3: urbs-groep
  urbs, urbem
  uxor, uxorem
  pater, patrem
  ignis, ignem

Slide 9 - Tekstslide

Samenvattend
Naamval           1. a-groep     2. us-groep    2. um-groep    3. urbs-groep
Nominativus   filia                  dominus           bellum                urbs
Accusativus    filam               dominum         bellum                urbem

Slide 10 - Tekstslide

De accusativus van urbs is ...
A
urbum
B
urbs
C
urbem
D
urbam

Slide 11 - Quizvraag

De vorm voor het onderwerp heet de
A
accusativus
B
nominativus

Slide 12 - Quizvraag

Oefenen
Nakijken tekst 3B + vragen (OneNote)
OneNote > Grammatica en oefeningen 3C
Maak oefening C (onderaan pagina) en oefening A. 
Leer de grammatica t/m 3C en de woordjes t/m 3C

Slide 13 - Tekstslide