• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
‹Terug naar zoeken

Hoofdstuk 2 deel 1

Lees de vragen door en kruis het goede antwoord aan.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lees de vragen door en kruis het goede antwoord aan.

Slide 1 - Tekstslide

Een werkwoord vertelt je wat iets of iemand doet
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Van elk werkwoord bestaat een tegenwoordige tijd en een verleden tijd
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin: 'Mijn vader maakte geld over op mijn rekening'
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de stam van het werkwoord:
Doden
A
dod
B
dood

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de stam van het werkwoord glimmen
A
glimm
B
glim

Slide 6 - Quizvraag

Een sterk werkwoord verandert in de verleden tijd van klank
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van branden?
A
ik brande
B
ik brandde

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van botsen?
A
ik botste
B
ik botstte

Slide 9 - Quizvraag

wat is de verleden tijd van het werkwoord ruiken?
A
ik rook
B
ik ruikte

Slide 10 - Quizvraag

Er bestaan regels om een sterk werkwoord te herkennen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
Ik _____

Slide 14 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
_____ Ik?

Slide 15 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
_____ jij?

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
Jij _____

Slide 17 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
Hij/ zij _____

Slide 18 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
_____ Hij/ zij?

Slide 19 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
Wij _____

Slide 20 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord: (Krijgen)
_____ Wij?

Slide 21 - Open vraag

Nu gaan we met andere woorden oefenen
Alle zinnen staan in Tegenwoordige tijd! 

Slide 22 - Tekstslide

De man (betalen) _____ belasting over zijn salaris.

Slide 23 - Open vraag

Ik (bewaren) _____ de bon van mijn nieuwe ipod.

Slide 24 - Open vraag

Je (hebben) _____ twaalf maanden garantie op deze laptop.

Slide 25 - Open vraag

Jullie (moeten) ______ de administratie wel goed bijhouden.

Slide 26 - Open vraag

Ik (kopen) ____ een nieuwe fiets van mijn spaargeld.

Slide 27 - Open vraag

Het meisje (openen) ____ een bankrekening.

Slide 28 - Open vraag

De huur (vallen) _____ onder mijn vaste lasten.

Slide 29 - Open vraag

(sparen) _____ jij voor rijlessen?

Slide 30 - Open vraag

Zij (verdienen) _____ haar eigen geld

Slide 31 - Open vraag

Hij (vinden) ____ dat hij meer geld moet sparen

Slide 32 - Open vraag

goed gedaan!

Slide 33 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Werkwoorden tegenwoordige tijd ( thema 7 hoofdstuk 2 1.2.3)

October 2019 - Les met 32 slides
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

THema 7 Hoofdstuk 2 Spelling & Grammatica

January 2024 - Les met 33 slides
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Spelling T2L5: Ik, jij of wij

February 2023 - Les met 14 slides
NederlandsLager onderwijs

Spelling & Grammatica D en T ?

December 2023 - Les met 21 slides
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Werkwoordspelling

June 2024 - Les met 15 slides
NederlandsSecundair onderwijs

tegenwoordige tijd

March 2025 - Les met 19 slides
NederlandsSecundair onderwijs

Spelling persoonsvorm in de vt

June 2019 - Les met 25 slides
Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

Oefentoets taalverzorging mh1

February 2023 - Les met 35 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen