Link blauw 5.3 navo en bijzin/hoofdzin

Lesplan
1.  Praktische dingen bespreken.
2. Luisteren: de NAVO. 
3. Link 5.3. 
4. KNM 4.4 "De kinderopvang"- De kennis en werk samen.
5. Grammatica. 

 





1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 165 min

Onderdelen in deze les

Lesplan
1.  Praktische dingen bespreken.
2. Luisteren: de NAVO. 
3. Link 5.3. 
4. KNM 4.4 "De kinderopvang"- De kennis en werk samen.
5. Grammatica. 

 





Slide 1 - Tekstslide

Na deze les...

... kun je praten en schrijven over Nederlands leren.

Slide 2 - Tekstslide

Let op!
HUISWERKKLAS in Heerhugowaard

Wanneer: op dinsdag
Hoe laat: om 13.00 uur 
Waar: lokaal 239, Heerhugowaard

 Kom je ook? 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

NAVO
  • 1. Wat betekent de afkorting NAVO?
  • 2. Wanneer is de NAVO opgericht?
  • 3. Hoeveel landen zijn lid van de NAVO? 
  • 4. Is Nederland lid van de NAVO?
  • 5. Wat is het belangrijkste doel van de NAVO?
  • 6. Wie is de leider van de NAVO?
  • 7. Is de NAVO een militaire organisatie?
  • 8. Welke wereldleiders komen naar de NAVO-top?
  • 9. Wat gaan wereldleiders op de NAVO-top bespreken? 
  • 10. Waarom is de NAVO belangrijk voor Europa?


Slide 5 - Tekstslide

We gaan in het boek/online  werken: 

5.2
Doe de taak
oefening 6.

Slide 6 - Tekstslide

We gaan in het boek/online  werken: 

5.3
Doe de taak
oefening 4-5.

Slide 7 - Tekstslide

E-mail schrijven 
Beste Harry,
 



Ik volg nu taalles bij Edinova in Heerhugowaard. Ik heb les op maandag, woensdag en donderdag. Ik heb negen uur per week les. We moeten na de les veel huiswerk maken en de volgende les voorbereiden. Dat doen we altijd op de computer. Ik vind mijn taalcursus heel goed, omdat ik elke dag veel nieuwe woorden leer. Eén ding aan mijn taalcursus vind ik niet zo goed: we oefenen niet zo vaak met de uitspraak van woorden. Dat vind ik het moeilijkst. Als je een taalschool zoekt voor je vriendin, kun je op internet zoeken.

Ik wens je veel succes!

Groetjes,
Dima







Slide 8 - Tekstslide

KNM 

4.4
De kinderopvang
De kennis
Werk samen

Slide 9 - Tekstslide

Nederlands Telefoonalfabet
A - Anton                   I - Isaak                              Q - Quirinus         Y - Ypsilon 
B - Bernard              J - Jan                                 R - Rudolf              IJ - IJsbrand 
C - Cornelis              K - Karel                             S - Simon              Z - Zaandam 
D - Dirk                       L - Lodewijk                      T - Theodoor 
E - Eduard                M - Maria                            U - Utrecht 
F - Ferdinand          N - Nico                               V - Victor 
G - Gerard                 O - Otto                               W - Willem
H - Hendrik               P - Pieter                            X - Xantippe 




Slide 10 - Tekstslide

het gevolg
  • daarom
  • je weet waarom er iets gebeurt
  • het gevolg - de gevolgen
  • oorzaak < --> gevolg
  • zin: Ze heeft de bus gemist. Het gevolg is dat ze te laat op haar werk komt.
13

Slide 11 - Tekstslide


Ik ben jarig. 
Daarom geef ik een feest.
(gevolg/resultaat)



Ik geef een feest, 
omdat ik jarig ben
(reden)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

als                     voorwaarde/tijd 
daarom           gevolg/conclusie 
terwijl              gelijktijdigheid 
hoewel            tegenstelling 

Zij gaat naar buiten, als het droog is.

Zij gaat naar buiten, daarom trekt ze haar schoenen aan.

Zij gaat naar buiten, terwijl ze haar moeder belt.

Zij gaat naar buiten, hoewel ze ziek is.

Slide 15 - Tekstslide

Conjuncties 
hoofdzin + bijzin
omdat (because) :           Omdat de doos te hoog staat, pak ik een stoel. 
zodat  (so that):                Ik eet gezond, zodat ik beter kan leren. 
hoewel (although):         Ik wil die schoenen kopen, hoewel ik geen geld heb. 
terwijl (while):                   Terwijl ik de marathon liep, belde mijn moeder. 
nadat (after):                      Mijn T-shirt was schoon, nadat ik het gewassen had. 


Slide 16 - Tekstslide

hoewel :   We vonden een plaats op het terras
                   Het was erg druk

omdat :   Je kunt internet nu niet gebruiken
                  Er is een storing. / omdat er een storing is, kun je internet nu niet gebruiken

voordat :  Je moet een kaartje kopen
                  Je mag naar binnen       voordat je naar binnen mag ,moet je een kaartje kopen

terwijl :  Bas kookt het eten     Terwijl Bas het eten kookt ,brengt Maria de auto
                Maria brengt de auto naar de garage

als :       Ik doe aan sport              als ik tijd heb, doe ik aan sport
              Ik heb tijd

Maar nu zelf 5  zinnen met hoewel, als ,terwijl en omdat!
            

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Huiswerk: 
  • Huiswerk voor morgen:

  • 1) Link 5.4 (online opdrachten 1-6);
  • 2) KNM 4.4 "De kinderopvang" - Opdrachten maken;
  • 3) KNM 4.5 "Hulp bij opvoeding" - Woorden oefenen.
  • 4) Grammatica: 3.13 en 3.18.












Slide 20 - Tekstslide

Scholen in Nederland
Scholen in Nederland

Slide 21 - Tekstslide

E-mail schrijven 
Beste Abdul,



Gefeliciteerd met je rijbewijs! Ik ben blij dat je naar Nederland komt. In Nederland zijn heel veel fietsers. Je moet goed opletten. Nederlanders fietsen meestal op het fietspad, maar soms ook op de weg. Dat is echt gevaarlijk. In Nederland heb je altijd voorrang als je van rechts komt. Bij de rotonde moet je goed opletten. Daar hebben fietsers ook voorrang. En de tram mag altijd eerst, ook als hij van links komt.
Goede reis en tot volgende week!
Groetjes,
Sara







Slide 22 - Tekstslide

Voltooide tijd met zijn
Met deze werkwoorden gebruik je altijd zijn in de voltooide tijd.
- aankomen,                     - vluchten,          - gebeuren,
- beginnen,                       - worden,            - lukken,
- gaan,                                 -  blijken,             - mislukken.
- groeien,                           -  slagen, 
- komen,                             -  zijn,
- vallen,                               -  blijven,



Slide 23 - Tekstslide

                         Reacties
  • Wat leuk!   
  • Wat toevallig!  
  • Wat jammer!   
  • Wat gezellig!    
  • Wat lekker!  
  • Wat interessant!  
  • Wat vervelend!  
  • Wat mooi!  
  • Wat erg!
                        Reacties met "dat" 

  • Wat leuk dat je komt!
  •  Wat toevallig dat we allebei Nederlands studeren!
  •  Wat jammer dat je weg moet!
  •  Wat gezellig dat je er was!
  •  Wat lekker dat jullie vakantie hebben!
  •  Wat interessant dat je in Syrië bent geweest!
  •  Wat vervelend dat het regent!
  •   Wat mooi dat jullie voor het examen geslaagd zijn
  • Wat erg dat je tante is overleden! 

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 25 - Tekstslide

Goed gedaan!

Slide 26 - Tekstslide