Twee vrouwen

les 15 januari
  1. lesdoel
  2. huiswerk: foregrounding Hersenschimmen + twee vragen
  3. korte samenvatting Twee vrouwen dmv vragen
  4. mythische elementen Twee vrouwen
  5. groepsopdracht
  6. bespreken antwoorden/antwoorden in classroom
  7. lesdoel behaald?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 15 januari
  1. lesdoel
  2. huiswerk: foregrounding Hersenschimmen + twee vragen
  3. korte samenvatting Twee vrouwen dmv vragen
  4. mythische elementen Twee vrouwen
  5. groepsopdracht
  6. bespreken antwoorden/antwoorden in classroom
  7. lesdoel behaald?

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
Aan het eind van de les:
  • weet je welke mythische elementen voorkomen in Twee vrouwen
  • kun je literaire begrippen uit Laagland toepassen op Twee vrouwen

Slide 2 - Tekstslide

huiswerk - foregrounding
mooiste voorbeeld van foregrounding:

“Waar een half jaar geleden nog een biljartzaal was met zes van die groene weilanden op bruine balpoten, een beetje geheimzinnig onder laaghangende stalen lampenkappen, staat nu een podium volgestouwd met geluidsapparatuur en microfoons.”

Slide 3 - Tekstslide

huiswerk - twee vragen
Wat is de functie van de stijlbreuken in de tekst?
- ze benadrukken zijn dementie; voor Maarten lopen heden en verleden door elkaar.
Noem een herhaling en een tegenstelling in het boek en geef daar betekenis aan:
- herhaling: our man in Havana - kinderen die naar school gaan
foto's - bureau - thermometer
- tegenstelling: winter/lente - oud/jong - ochtend/avond - Vera/Maarten - helder/verward - 'Nergens een oorzaak, alleen maar gevolgen'

Slide 4 - Tekstslide

Twee vrouwen

Slide 5 - Tekstslide

Het boek begint met Laura die per auto naar Zuid-Frankrijk reist om haar overleden moeder op te halen. Waar is Sylvia op dat moment?
A
thuis, bij haar ouders
B
in Amsterdam
C
bij Alfred
D
begraven

Slide 6 - Quizvraag

Laura ontmoet Sylvia en ze gaan vrijwel meteen samenwonen. Op een dag vertrekt Sylvia weer. Hoe komt Laura daar achter?
A
Sylvia belt Laura om te zeggen dat ze bij haar weg is
B
Laura leest op een briefje dat Sylvia zo niet langer door kan gaan
C
Sylvia zegt een paar dagen naar haar ouders te willen maar komt niet terug

Slide 7 - Quizvraag

Waar is Sylvia naartoe vertrokken?
A
naar Zuid-Frankrijk
B
naar Alfred
C
terug naar haar ouders

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is ze naar Alfred?
A
ze wil Laura een kind geven
B
ze is verlief op hem en houdt niet meer van Laura
C
ze wil een gezin stichten

Slide 9 - Quizvraag

Hoe sterft Sylvia?
A
ze pleegt zelfmoord door de zee in te lopen
B
ze wordt aangereden door een zwarte auto
C
ze wordt vermoord door Alfred
D
ze wordt vermoord door Alfred

Slide 10 - Quizvraag

Twee vrouwen
Waarom is dit boek zo geschikt om de theorie uit Laagland op toe te passen?

Er wordt veel gebruik gemaakt van foregrounding, stijlfiguren en metaforen.
Er zijn veel overeenkomsten en verschillen --> betekenistoekenning

Slide 11 - Tekstslide

mythische elementen
o.a. parallellen met Orpheus en Oedipus

Slide 12 - Tekstslide

Orpheus
De schrijver heeft een mythische dimensie aan het boek gegeven.
  
Welk mythologisch figuur is met welk romanfiguur te vergelijken ?

Welke gebeurtenis uit de mythe vertoont overeenkomsten met gebeurtenissen in de roman?


Slide 13 - Tekstslide

Orpheus
Orpheus, zoon van de god Apollo was een dichter, beroemd om zijn lierspel. Met de muziek van zijn lier betoverde hij mens en dier. Zijn muziek was zo mooi dat zelfs de bomen en rotsen hem volgden op de klank. Orpheus trouwde met de mooie bosnimf Eurydice. Zij werd echter op hun huwelijksdag gebeten door een giftige slang waar ze op trapte toen ze vluchtte voor een ongewenste aanbidder. Ze stierf aan de beet. Orpheus was hierover zo bedroefd dat hij in de onderwereld afdaalde om de schimmen en de heerser van de onderwereld zijn droefenis te tonen en te smeken om de terugkeer van Eurydice.

Slide 14 - Tekstslide

Orpheus
Met zijn muziek kreeg Orpheus Pluto zover dat Eurydice hem terug naar de aarde mocht volgen. Voorwaarde was dat hij niet naar haar zou kijken tot ze uit de dodenwereld zouden zijn. Op het laatste ogenblik keek Orpheus toch om en Eurydice verdween voor altijd in het schimmenrijk . Na het verlies van zijn geliefde vrouw verachtte Orpheus de vrouwen, die zich juist erg tot hem aangetrokken voelden . Hij werd daarom aangevallen en verscheurd door de razende maenaden van Ciconia in Tracië. Hoewel het verhaal triest afloopt, zijn de zielen van Orpheus en Eurydice uiteindelijk toch verenigd 

Slide 15 - Tekstslide

Orpheus
Welk mythologisch figuur is met welk romanfiguur te vergelijken ? 
Orpheus = Laura 
Eurydice = Sylvia

Welke gebeurtenis uit de mythe vertoont overeenkomsten met gebeurtenissen in de roman?
autorit naar Frankrijk van Laura heeft veel van een tocht door het dodenrijk
via een sprong in het ‘infernale’ gat zou Laura verenigd kunnen worden met Sylvia.

Slide 16 - Tekstslide

Oedipus
Oedipus is een bekend personage uit de Griekse mythologie. Hij speelt de hoofdrol in Sophokles’ tragedie Koning Oedipus. In de mythe doodt Oedipus ongewild zijn vader en trouwt met zijn moeder.

Slide 17 - Tekstslide

Oedipus
Welk mythologisch figuur is met welk romanfiguur te vergelijken?

Welke gebeurtenis uit de mythe vertoont overeenkomsten met gebeurtenissen in de roman?

Slide 18 - Tekstslide

Oedipus
Mulisch keert de moeder-/vaderrol om: Laura (Oedipus) probeert de overheersing door haar moeder (Iocaste) te 'vernietigen' door zelf moeder te worden en identificeert zich volledig met de vaderfiguur (Laios). Zij zal ‘vader’ worden van Sylvia's baby. Niet toevallig noemt de zwangere Sylvia haar ook 'vader' (p. 81). In de mythe blijven Laios en Iocaste in eerste instantie kinderloos, net als Alfred en Laura. Uiteindelijk komt er toch een kind dat in beide verhalen de ondergang ‘veroorzaakt’. 

Slide 19 - Tekstslide

groepsopdracht
In de classroom staat een document met vragen. 
Ga in je groepje op zoek naar de antwoorden. 
Na 15 minuten gaan we de antwoorden bespreken. 
Veel succes!

Slide 20 - Tekstslide

groepsopdracht
maak in groepjes de opdracht uit de classroom

Slide 21 - Tekstslide

groepsopdracht
1. Waarom is Twee vrouwen fictie (proza in dit geval) en geen non-fictie? 
2. Noem een ‘open plek’ in de roman.
3. Mulisch gebruikt veel stijlfiguren. Noem er één. Niet kunnen vinden? Welk stijlfiguur herken je op blz 83? 
4. Noem een vorm van beeldspraak op pagina 13 en leg hem kort uit.
5. Er zit veel symboliek in bepaalde situaties en gebeurtenissen. Welke symbolen voor de
dood ben je tegengekomen?
6. Noem een voorbeeld uit het boek (+ bladzijden) waar door ‘foregrounding’ de
begrijpelijkheid van het verloop van het verhaal bemoeilijkt wordt.
7. Zowel van Laura als van Sylvia komt in de flashbacks een jeugdherinnering voor waarin
ze buiten medeweten van hun ouders weglopen. Wat waren in die scènes voor jou de
meest typerende verschillen in het gedrag van de twee meisjes? Vergelijk pagina 8/9
met pagina 37.
8. Hoe lees je het slot van de roman? Pleegt Laura uiteindelijk zelfmoord? Welke
argumenten heb je voor jouw mening?

Slide 22 - Tekstslide

groepsopdracht
5. Er zit veel symboliek in bepaalde situaties en gebeurtenissen. Welke symbolen voor de
dood ben je tegengekomen?
6. Noem een voorbeeld uit het boek (+ bladzijden) waar door ‘foregrounding’ de
begrijpelijkheid van het verloop van het verhaal bemoeilijkt wordt.
7. Zowel van Laura als van Sylvia komt in de flashbacks een jeugdherinnering voor waarin
ze buiten medeweten van hun ouders weglopen. Wat waren in die scènes voor jou de
meest typerende verschillen in het gedrag van de twee meisjes? Vergelijk pagina 8/9
met pagina 37.
8. Hoe lees je het slot van de roman? Pleegt Laura uiteindelijk zelfmoord? Welke
argumenten heb je voor jouw mening?

Slide 23 - Tekstslide

groepsopdracht
7. Zowel van Laura als van Sylvia komt in de flashbacks een jeugdherinnering voor waarin
ze buiten medeweten van hun ouders weglopen. Wat waren in die scènes voor jou de meest typerende verschillen in het gedrag van de twee meisjes? Vergelijk pagina 8/9
met pagina 37.
8. Hoe lees je het slot van de roman? Pleegt Laura uiteindelijk zelfmoord? Welke
argumenten heb je voor jouw mening?

Slide 24 - Tekstslide

groepsopdracht
8. Hoe lees je het slot van de roman? Pleegt Laura uiteindelijk zelfmoord? Welke argumenten heb je voor jouw mening?

Slide 25 - Tekstslide

lesdoel
Aan het eind van de les:
  • weet je welke mythische elementen voorkomen in Twee vrouwen
  • kun je literaire begrippen uit Laagland toepassen op Twee vrouwen

Slide 26 - Tekstslide